Het boek ‘Black Rednecks and White Liberals‘ van Stanford econoom en schrijver Thomas Sowell wordt ‘vintage Sowell‘ genoemd. Een collectie van essays, gebaseerd op decennia lang diepgaand onderzoek naar raciale- en culturele issues. Het presidentschap van Barack Obama komt voorbij, het narratief van een zwart Amerika dat nog onvoldoende bevrijd is – van slavernij, wereldwijde slavernij, de geschiedenis van de Duitsers en meer.
Ik beperk me hier tot de twee belangrijkste essays, de eerste die gaat over de relatie tussen ‘black‘ en ‘white‘ Amerika en de tweede, die gaat over het slavernijverleden (‘The Real History of Slavery‘). Omdat hij daarin – voortdurend wijzend naar de feiten – alle heersende opvattingen daarover vernietigt, verplettert en tot moes maalt. En je verbijsterd achterlaat.
Zijn boodschap van compassie voor de zwarte gemeenschap maar niet onder de huidige voorwaarden, blijkt momenteel van grote betekenis voor een groeiende beweging in de Verenigde Staten die na het presidentschap van Barack Obama het idee van systematisch racisme achter zich wil laten. Het idee dat zwarte Amerikanen democraten moeten zijn (omdat die partij voor ze opkomt) valt uit elkaar. In de Obama-jaren zijn de omstandigheden van de zwarte gemeenschap niet verbeterd, integendeel. De oorzaken daarvoor legt Sowell overtuigend, feitelijk en nauwgezet uit.
The world is changing before our eyes. Tonight at Stanford, a black student stepped to the mic. He said he used to support Black Lives Matter until he researched their lies. He shouted to a packed room “BUT NOW I’M FREE”.
The Black Revolution is unfolding and it’s beautiful.— Candace Owens (@RealCandaceO) 30 mei 2018
Een reactie op deze tweet was: ‘nu snap ik wat Sowell bedoelde’. Het maakte me nieuwsgierig naar zijn werk. Waarop is deze ‘black revolution’ gebaseerd? Waarvan bevrijden ze zich precies? Nauwgezet heldert Sowell misconcepties op die een bepaald narratief hebben gecreëerd in de vorige eeuw, zoals de ontstaansgrond van (het begrip) ‘black identity‘, dat racisme een kwaal is van de machtigen (lees: blanken) en dat zwarten nooit racistisch kúnnen zijn. Dat de ghetto cultuur typisch zwart is en dat slavernij een typisch Amerikaans, of typisch blank fenomeen is. Hij hekelt vooral de wijze waarop die misconcepties met allerlei inspanningen in stand zijn en worden gehouden:
“The thuggish gutter words and brutal hoodlum lifestyle of “gangsta rap” musicians are not merely condoned but glorified by many shite intellectuals – and understood by others lacking the courage to take responsibility for siding with savagery. The National Council of Teacher urged the use of hip hop in urban classrooms.”
Wat de zwarte gemeenschap voor zichzelf wil en kan betekenen komt niet bij links, bij liberals op, schrijft Sowell. In plaats daarvan geven ze de zwarte gemeenschap allerlei (economische) voordelen in de vorm van positieve discriminatie, planned parenthood (abortus), uitkeringen en slavernij reparatiemaatregelen. Oók als het effect van die voordelen achter blijft bij de resultaten van eigen inspanningen. Hij noemt als voorbeeld de enorme reductie in armoede onder zwarten vóór de burgerrechtenbeweging van de jaren ’60. In het heersende narratief wordt die beweging echter als bewijs gebruikt voor de onderdrukking van Afro-Amerikanen door blanken (“it has become a “well-known fact” by sheer repetition”).
Het boek opent al met de oorzaken hiervoor: ‘veel van de heersende misvattingen over de geschiedenis van zwart en blank Amerika ontstaan uit de poging moraliteit en oorzaken samen te smelten, zodat er een causaal verband is tussen het morele kwaad van slavernij en hedendaagse, negatieve sociale fenomenen (slecht onderwijs, vaderloze gezinnen, criminaliteit, werkloosheid) die in feite een hele andere historische oorzaak hebben.’ Aan de hand van een historische beschrijving van immigranten die in de 18e eeuw vanuit het noorden van Engeland (‘The British Isles, Wales, Scotland, Ireland”) naar het zuiden van Amerika trokken trekt Sowell een parallel tussen de ‘cracker pride‘ die ze meenamen en de (latere) ‘black pride‘ van zwarten. Talent voor ondernemerschap hadden ze niet die Engelsen, zoals vele bronnen uit die tijd onthullen. ‘Even when there was business to transact, Southerners would often stop to go watch a cockfight or a parade or visit a saloon or go hunting‘. Wie de film ‘Oh Brother where are Thou‘ kent kan zich er vast meer bij voorstellen. De productie van landbouw en veeteelt bleef door het feesten en lanterfanten ver achter bij die van Amerikanen in het noorden van het land. Gelet op die historische achtergrond van deze blanke ‘crackers‘ en ‘rednecks‘ uit Engeland (die ook daar tot aan de industriële revolutie analfabeten bleven, hun behoefte op straat deden en bij dag leefden), was het ook helemaal niet reëel om te verwachten dat ze in de Verenigde Staten intellectuele activiteiten aan de dag zouden leggen, schrijft Sowell. Dit onderscheid tussen de (meegebrachte) culturen in het zuiden van de VS en in het noorden (waar Duitsers en andere volken zich vestigden) wordt ook zichtbaar door de weerslag die dit had op de zwarte inwoners – tijdens en na de slavernij.
“Much of the cultural patterns of Southern rednecks became the cultural heritage of Southern black, more so than survivals of African cultures, with which they had not been in contact for centuries.”
Er werd bijvoorbeeld gezegd dat zwarten ‘black English‘ spraken – in dialect dus. Deze cultuur werd later getransformeerd tot ‘black identity‘. Dat klopt dus niet. Die zogenaamd unieke identiteit is traceerbaar tot de ‘white rednecks‘. Sowell benadrukt overigens dat de ‘black ghetto culture‘ in de Verenigde Staten geen simpele, lineaire extrapolatie is van de cultuur van zuidelijke blanken. Het is een eerste voorwaarde, stel ik vast uit zijn essay. Daarna is hard gewerkt om die cultuur als narratief te behouden, door de linkse intellectuelen, door de omstandigheden en problemen die daardoor werden geschapen als inherent aan hun ‘cultuur’ te verklaren en te misbruiken voor hun politieke doeleinden. Zwarten werden in de vorige eeuw aan een infuus van uitkeringen gelegd en mannen liepen gemakkelijk vast in het justitiële systeem. Ze werden zoals activiste Candace Owens het noemt, ‘nog steeds op de plantage vastgehouden, ze waren niet vrij‘. Liberale politiek voorkwam dat ze niet voorbij die ‘redneck’ cultuur konden groeien. Sowell: ‘Thereby prolonging the life of a chaotic, counterprodcuteive, dangerous and self-destructive subculture in many urban ghettos’. Het was die cultuur die via het onderwijssysteem, via overheid en media werd toegejuicht. Alternatief bewijs daarvoor levert Sowell ook. Zwarten die om tal van redenen ontsnapten uit die opgelegde cultuur deden het bijzonder goed in zowel publieke functies als hun eigen ondernemingen. Ze richtten hun eigen scholen op, werden burgermeester, woonden in het noorden van het land – tussen blanken, zonder noemenswaardige problemen. Die problemen kwamen later, toen het Zuiden leegstroomde naar het Noorden, op zoek naar werk – met meenemen van de ‘redneck cultuur’.
“We should not be surprised to find the left concentrated in institutions where ideas do not have to work in order to survive.”
— Thomas Sowell (@ThomasSowell) 5 juni 2018
Problemen in de zwarte gemeenschap moeten opgelost worden, vindt Sowell. Als vooruitgang – progressie – het doel is tenminste. Immers, zegt hij, in de Amerikaanse samenleving is ‘iets bereiken’ het enige wat uiteindelijk respect oplevert, inclusief zelf-respect’. Aan de andere kant, merkt hij op, als het de agenda is om zwarte Amerikanen te gebruiken om punten te scoren tegen de Amerikaanse samenleving dat zijn ze een middel voor dat doel, meer niet. Als blanke intellectuelen een pro-zwart standpunt verkondigen dan voegt dat iets toe aan hun morele positie, of de manifestatie van dat standpunt nou hout snijdt of niet, zwarten helpt of niet.
‘Zwarten zijn de mascottes van deze intellectuelen geworden, (…) ze dienen alleen maar hun eigen psychische, ideologische en politieke belangen. Ze zijn het soort vrienden die meer schade aanrichten dan vijanden.’ Hij drukt waar het pijn doet. Het waren niet de liberalen in Amerika die zich inzette voor zwarte scholen, maar ‘Reagan, die een een succesvolle zwarte onderwijzeres aanwees om ‘Secretary of Education‘ te worden’.
De greep op de zwarte gemeenschap werd veel erger. Intellectuelen in de jaren ’60 begonnen aan een promotie van het idee dat zwarten die een andere cultuur uitdroegen dan die van ‘ghetto’ of ‘black redneck’ geen ‘echte’, authentieke zwarten waren, zodat ontsnappen steeds moeilijker werd. Deze stereotypering had gevolgen ver buiten de intellectuele gemeenschap. Door de koppeling van zwarte identiteit aan een cultuur vol zelf-destructie en onzekerheid werden prikkels weggenomen om voorbij die cultuur te streven. Succesvolle leden van de zwarte gemeenschap werden voorts als verraders gezien, omdat ze ‘wit deden’. Een ‘sociaal gif’ noemt hij dit.
Meer dan 60 pagina’s aan voetnoten levert hij, zijn analyses zijn feilloos. In elk debat wat hij voert met tegenstanders vraagt hij: geef me een voorbeeld van racisme in dit land, gewoon één voorbeeld van onbetwistbaar racisme. Niemand kan het. Over politie-agenten die zwarten zouden doodschieten om hun kleur zegt hij: onzin. De cijfers zeggen iets heel anders.
Sowell is de analytische lifeline in het huidige klimaat van ‘witte schuld’, ‘koloniale schuld’ en ‘systematisch racisme’ dat via identiteitspolitiek verder wordt opgestookt, een expansie in feite van het narratief wat Sowell al decennia geleden herkende voor wat het was: het belemmeren van de zwarte gemeenschap om werkelijk vrij te zijn. Het is voor de elite genoeg om mooie sier te maken met slachtofferretoriek en morele boetedoening uit valse betrokkenheid. Die boetedoening is slechts borstklopperij en geen echte bevrijding, voor niemand overigens.
Iedereen die het zwart-wit beeld van ‘onderdrukkers’ en ‘onderdrukten’ in twijfel trekt moet Black Rednecks and White Liberals lezen. En wie niet, zeker.

Ik ben jurist/journalist en schrijf vrijpostig en grondig over de grote thema’s van deze tijd. Met belangstelling of plezier gelezen? Doe een donatie voor het vrije woord. Dank!