Een groot onrecht is vandaag rechtgezet: MBO’ers hoeven niet meer onder te doen voor ‘studenten’ – een woord dat sinds vandaag ook meteen helemaal niets meer betekent, aangezien het blijkbaar gaat om wie zich ‘net zo goed student voelt’. Mijn ijverige 7-jarige ook. De NOS:
Het lijkt hier te gaan om ‘de MBO-er’ maar als we beter kijken gaat het niet om die groep zozeer. Als dat wel zo was – en het bijvoorbeeld om praktische obstakels ging zoals krijgen van OV-kaarten, aanvragen van woonruimte , verzekeringen etc. – dan zouden die ook zo wel geregeld kunnen worden. Dan gelden voorzieningen gewoon ook voor ‘de deelnemer’ aan het MBO.
Mooi succes voor @Lisawesterveld en @jobmbo! MBO’ers heten voortaan gewoon studenten. 🙌
Zo krijgen MBO’ers de waardering die ze verdienen. https://t.co/OXZKBaWqCK
— Jesse Klaver (@jesseklaver) 31 mei 2018
Maar nee, het gaat om het ‘inclusiever maken‘ van de samenleving, aan ‘iedereen recht doen’, aldus de Minister. En ‘recht doen’ houdt in dat jonge mensen die zich niet voldoende ‘gewaardeerd’ voelen, zoals elektromonteurs, koopvaardij officieren, kappers, autospuiters, verpleegkundigen, beveiligers en mode-stylisten, dat wél voelen als ze bij de jongens en meiden van de universiteit op feestje en café mogen komen (letterlijk, want studentenverenigingen moeten ook MBO’ers gaan toelaten).
Wat een neerbuigendheid voor deze jongeren die ontzettend trots mogen zijn dat ze een vak leren in plaats van ‘net geen studenten konden worden’, zoals met dit inclusiviteitsgebaar vooral wordt gesuggereerd. Deze (verborgen) desinteresse voor laagopgeleiden is er al decennia.
Een vak leren wordt niet zonder meer aangemoedigd (er gaat in ieder geval geen geld naartoe), want dat schept maar afstand tot de overheid, die het liefst een uitgestippeld traject ziet voor de burger. Van school naar linkse flutstudie naar studieschuld naar vaste baan bij overheid of grootbedrijf (kassa!).
MBO’ers ‘zijn nu ook studenten’ is precies zo’n opzettelijke miskenning van wat praktijkonderwijs is: goud. Zestienjarigen beginnen, opgejaagd door diploma-inflatie- tegenwoordig liever aan kansloze HBO/WO-opleidingen communicatie of vrijetijdskunde (of erger: genderstudies) – om ‘studenten te kunnen zijn’, wat niets inhoudt zonder liefde voor wetenschap. Ze eindigen als kassiere bij de HEMA of als drammende activist.
Werken met je handen en je lijf, vooral voor jongens, is bevrijdend als je niets met boeken hebt. Zomaar een reactie van een vader:
Zal mijn mbo-zoon werkelijk aan zijn reet roesten. Hij houdt van elektrotechniek en de werkgevers staan al in de rij. Ook die laatsten zal het een rotzorg zijn, als ze maar vakmensen krijgen. Zoonlief heeft gouden toekomst en daar veranderd “student” niets aan.
— Maarten Bosch (@ml_bosch78) 31 mei 2018
Thoughtcrime! Want volgens onze politici willen deze jongens en meiden de ‘waardering die ze verdienen’ elders krijgen, aldus ook Jesse Klaver. Alsof ‘student zijn’ een mijlpaal op zichzelf is, een prestatie en status waar je lof en respect voor krijgt, alsof het daarom draait.
De teloorgang van universiteiten en scholen was al een zure pil, maar nu, nu we onszelf allemaal hetzelfde willen noemen om gewaardeerd te worden, de kunstgreep bovenop het Grote Falen, dat is wel het nieuwe dieptepunt.
Laat MBO’ers in hun waarde, juist door ze niet kunstmatig op te scholen tot iets waar hun drijfveer niet ligt. En laat studenten met rust om te doen wat ze niet met de hele wereld hoeven delen.