Optreden SGP en Tweede Kamer rijkelijk laat: klimaatclubs vertegenwoordigen al lang de enige échte religie van de Staat

22 februari 2023

Dinsdag heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die het moeilijker moet maken voor klimaatorganisaties als Urgenda om via de rechter grote invloed uit te oefenen op het overheidsbeleid. Volgens de SGP is dit “een keerpunt”, want belangenorganisaties vertegenwoordigen nu maar een klein, onbepaald deel van de bevolking

Dat rechtszaken tegen de Staat doorgaans met subsidies worden ingediend door anderen dan de direct belanghebbenden, dat zat naast SGP-Kamerlid Chris Stoffer ook JA21 en BBB dwars. Zij willen dat er meer eisen worden gesteld aan de representativiteit. Naast de drie partijen die de motie indienden, werd deze gesteund door de PVV, FVD, Groep Van Haga, Pieter Omtzigt, VVD en CDA. “De lat om te procederen terwijl je geen direct belanghebbende bent, mag best een beetje hoger liggen! De rechtszaal is geen podium voor actiegroepen.”

Maar dat is het juist wel, en dat mag het ook zeer wel zijn. Maar waar het knelt is dat je in een (bestuursrechtelijke) procedure een direct belang moet kunnen aantonen, een bewijsbare relatie tussen oorzaken, schade en natuurlijke- of rechtspersonen. Dat is bij klimaatactivisme nu juist het probleem.

Volgens mij is deze motie dus een pyrrusoverwinning, want het kabinet kan (en zal) slechts cosmetische veranderingen voorstellen of beloven. Een betere representatie, of vertegenwoordiging zet de deur bovendien open naar meer subsidies, meer dwarsverbanden tussen klimaatclubs en meer verondersteld algemeen belang. De klimaatindustrie heeft bewezen dat lobbyen, ondernemen en subsidiekraantjes vinden moeiteloos samengaan, dus meer aanwijsbare belangenvertegenwoordiging, meer boots on the ground, is zo gepiept. Het geloof is sowieso al dat het “een mensenrecht” is om van klimaatverandering gered te worden. Dus het belang zit hem in de dogma’s alleen al. Kort gezegd volgt de Staat maar één religie, die van het klimaat. En daar zal de SGP voorlopig niets aan kunnen veranderen.

Ik schreef een tijdje terug een langer artikel over de meest in het oog springende klimaatclub: Urgenda, en hun relatie met de overheid en de burger. Conclusie: ‘de klimaatmoralisten zijn de loopjongens voor overheid en bedrijven die CO2-uitstoot verhandelen’. Lees en huiver. En hopelijk wordt dan duidelijk waarom er nu te laat en op de verkeerde gronden een “keerpunt” wordt ingezet.

(Tekst gaat verder onder dit Substack aanmeldformulier, als u mijn onafhankelijke werk wilt steunen kunt u onderaan dit artikel of via Steun Sietske een donatie doen, hartelijk dank)

De Hoge Raad der Nederlanden heeft door de geschiedenis heen natuurlijk allerlei opzienbarende uitspraken gedaan. Dat elektriciteit een ‘goed’ was bijvoorbeeld en dat met 120 kilometer per uur in een Porsche iemand doodrijden ‘opzet’ heet, ook al ‘wilde’ je het niet. De Hoge Raad bewaakt het recht en schept ook recht. Het college hoeft niet het braafste jongetje van de klas te zijn, wil ik maar zeggen. Het enige wat de Hoge Raad wel moet zijn is een rechterlijke macht, die de rechtmatigheid van de feitelijke rechtsgang controleert, net als de naleving van wetten in de geest van die wetten.

Wat veel mensen niet weten is dat Hoge Raad dus niet gaat over de feiten, ze zegt ook zelf in haar jaarverslag 2018:

“Onze bedoeling is dan ook om ons vooral te richten op juridische signalen, en ons niet in te laten met politieke en beleidsmatige keuzes. Dat laatste doen we ook niet in onze rechtspraak.”

Sinds 2019 is dat in ieder geval niet meer waar. De definitieve Urgenda-uitspraak, waarin bepaald is dat de Staat de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 moet beperken met 25 procent, is zonder enige twijfel een totaalbreuk met de belangrijkste functie van ons hoogste rechtscollege. En niet om wat Elsevier een breuk met ‘het overleg-karakter’ van Nederland noemde, of omdat ‘de Staat wordt gedwongen tot meer maatregelen’ (NRC) waar eigenlijk de politiek nog aan zet was, maar omdat het slechts een lippendienst aan ‘de burgers’ was in een grotere zwendel om onze samenleving radicaal te veranderen in het belang van een kleine elitegroep.

Maar zoals dat in Nederland gaat schreven de media en opiniemakers de samenvattingen van de uitspraak keurig over, net als de conclusie dat de Nederlandse Staat ‘verloren’ heeft en dat burgers beter beschermd moeten worden tegen klimaatverandering zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens dat ‘voorschrijft’. Dat laatste is, na mijn studie van de uitspraak, een wereldvreemde conclusie – niet gedragen door enige jurisprudentie, niet gedragen door de wetenschap (ook al zeggen de raadsheren van wel), en niet gedragen door de burgers die er mee geholpen zouden zijn. Het gaat uit van het idee dat 1,5 graden opwarming ‘levens bedreigt’, een idiote gedachte die geen enkele steun vindt in serieus wetenschappelijk onderzoek. Dat de Hoge Raad ‘verschillende stappen maakte’ in hun overweging, zoals ze zelf zeggen, maakt dit niet anders.

Wat er daadwerkelijk aan de hand is in dit zoveelste kapittel van de criminele klimaatagenda is een goed voorbeeld van het ‘Baptists en Bootleggers’ principe. Dit principe verwijst naar de alcoholregulatie in de Verenigde Staten in de twintigste eeuw. Evangelische christenen (de baptisten) waren fel tegen alcoholverkoop op zondag. De bootleggers, illegale drankverkopers, hadden belang bij die morele bezwaren. Zij deden goede zaken als de drankkasten op zondag dicht bleven. De drank die zij op zaterdag inkochten, verkochten ze met winst de dag erna. Heel ‘toevallig’ was alcohol-consumptie niet verboden op zondag. De econoom die het principe introduceerde en breder trok, Bruce Yandle, schrijft:

“Zo’n coalitie maakte het aantrekkelijk voor politici om beide groepen te steunen.”

De baptisten maakten het de bootleggers makkelijker om politici om te kopen om hun illegale handel op zondag te gedogen. En waarom zouden politici dat op hun beurt willen? Omdat ze het geld wat ze van de bootleggers kregen konden ‘verantwoorden’ – dankzij de baptisten die het moral highground gedeelte voor hun rekening namen. De échte zaken werden gedaan met de bootleggers, die hun politieke campagnes financieel steunden achter gesloten deuren. Exact dit gebeurt ook in Nederland rond klimaatpolitiek. De klimaatmoralisten zijn de loopjongens voor bedrijven die CO2-uitstoot verhandelen met het oog op een goede concurrentiepositie voor de toekomst. En het klimaat is, net als de ‘drankvrije zondag’, volstrekt triviaal.

(Artikel gaat verder na video.)

De overheid is dus helemaal niet ‘de verliezer’ in de Urgenda-zaak maar de begunstigde, of “de gezuiverde”. De belangen zijn heel anders samengesteld dan wordt gesuggereerd. Stichting Urgenda wordt, net als Greenpeace, Oxfam Novib en andere milieuorganisaties, juist gesubsidieerd door de overheid. Of indirect: via de Nationale Postcode Loterij en andere semi-private ondernemingen die overheidssubsidies krijgen of een stevige voet tussen de deur hebben bij overheden, zoals Eneco, Shell en Alliander (partner van Urgenda). Hun websites doen ook allang niet meer geheimzinnig over samenwerkingen met overheden, stakeholders en maatschappelijke organisaties. Het is een conglomeraat van gedeelde belangen, die alleen in hun motieven verschillen. Het moreel gelijk naast privaat belang faciliteert ‘de verkoop van illegale drank’. In dit geval vervuiling, op kosten van de burger.

Met de opkomst van ‘mondige burgers’ zoals de Hoge Raad de politisering van de rechtspraak verklaart, heeft dit alles dus niets te maken. En ook rechtswetenschappers hebben ongelijk als ze dit als verklaring geven voor de toename in het aantal uitspraken die de politiek een bepaalde kant op dwingen. NRC deed zo’n rondgang bij rechtswetenschappers:

“Is er inderdaad een toename van rechterlijke uitspraken die de politiek een bepaalde kant op dwingen? En zo ja, hoe komt dat? Het antwoord in het kort: ja, er zijn meer van dit soort uitspraken, niet vanwege machtsbeluste rechters, maar door mondige burgers die met door politici geschreven verdragen en wetten in de hand hun recht opeisen.”

Hoewel de leden van Urgenda zichzelf vast een verzameling mondige burgers vinden, net als de Amerikaanse evangelische christenen – de baptisten – dat in de 20e eeuw ook van zichzelf vonden, vertegenwoordigen ze slechts een hypermoreel standpunt en niet een algemeen belang gedragen door feiten (‘met het recht in hun hand’). Maar hoe kan het dat de Hoge Raad, die inderdaad vast niet geheel bestaat uit machtsbeluste dienaren van de staat, stichting Urgenda als een vertegenwoordiging van alle Nederlanders beschouwt? Wat heb ik met deze organisatie te maken? Die van het vlees af wil, van auto’s, van alles wat de Heer als een klimaatzonde beschouwt? De Hoge Raad is vermoedelijk bevangen door het morele virus en het is niet onwaarschijnlijk dat hier achter de schermen hard aan is gewerkt.

Strikt genomen is deze uitspraak van vrijdag het morele equivalent van wat de politiek, uit hoofde van het huidige kabinet, nou juist via amorele weg wil bereiken. Namelijk een monopolie vestigen voor grote (industriële) ondernemingen die zich dergelijke klimaat omwentelingen kunnen veroorloven. Die de concurrentie uit de markt kunnen prijzen. Omdat kleinere boeren de regels te streng vinden, de kruidenier om de hoek de controles te lastig, de bouwbedrijven de belastingen te hoog. Dus over welke burgers hebben we het eigenlijk wiens ‘levens gevaar lopen door opwarming van de aarde’? Die een dictatuur nodig hebben om te kunnen overleven?

NRC noemt in dit verband ook nog de PAS-uitspraken van de Raad van State, die juist extra obstakels voor boeren en bouwers opwerpt (dus geen burgers in de zin van het EVRM), het gaswinning in Groningen debacle en de (teruggedraaide) beslissing van de rechter in Den Haag om ISIS-strijders terug te halen uit Syrië. Zijn ‘mondige burgers’ die naar Syrië vertrokken reden de politiek tot iets te dwingen, zijn klimaatalarmisten de ‘mondige burgers’ die de politiek moeten dwingen tot het omvergooien van ons economisch systeem? Ja, alle mondige burgers die iets voor de bootleggers kunnen betekenen!

Waar de rechterlijke macht normaal gesproken controle uitoefent op mogelijk machtsmisbruik van de overheid, wordt dit misbruik nu ruimhartig gefaciliteerd. En we noemen het iets totaal anders! De Staat heeft politieke ruimte gewonnen en de burgers hebben het nakijken. Met de Urgenda-uitspraak kan hierover in alle opzichten geen misverstand bestaan. We hebben het over maatregelen die de Staat niéts kosten maar de mensen die zich niet in de ‘Baptists en Bootleggers’ cirkels bewegen des te meer.

De Hoge Raad is hier het verlengstuk van de baptisten, wiens posities in het maatschappelijk debat door boerenprotesten en kritiek op klimaatbeleid wankelden. Het arrest had er ook inhoudelijk alle eigenschappen van: “De gevaarlijke klimaatverandering kan de ingezeten van Nederland ernstig treffen in hun recht op leven”. De Hoge Raad doet een morele interventie waar de Staat dit niet kan op basis van een politieke realiteit. Oppositie, parlementair debat en verkiezingen staan in de weg aan het creëren van carte blanche voor vergaande wetgeving die op geen enkele andere manier gedragen kan worden dan door emotie.

Laat ik het nog iets anders formuleren. De onwaarschijnlijke coalitie tussen Urgenda, Greenpeace, Oxfam Novib, VN-Klimaatagenda en het door de Nederlandse Staat aan de boezem getrokken grootbedrijf is bewijs dat er iemand anders in de weg liep: de burger. Terwijl de klimaatpriesters van Urgenda en Greenpeace zich normaal gesproken natuurlijk nooit zouden associeren met de grote kapitalisten en vervuilers zoals Shell, hebben ze een gemeenschappelijk doel: het stoppen van de drankverkoop op zondag, zogezegd. Om verschillende redenen. De baptisten nemen het morele deel van de besluitvorming voor hun rekening – en de competitie van de bedrijven wordt aangevallen. Kleinere bedrijven leggen het loodje in een snel kouder wordend concurrentieklimaat, waarin CO2-regels enorm in de papieren kunnen lopen. Ze kunnen daarnaast niet wachten op de subsidies en belastingvoordelen die hun ‘schonere’ productie zal opleveren, de spreekwoordelijke zak met geld van de politici die zich gesteund weten door de bootleggers in het bedrijfsleven. En waar de kosten voor schonere productie stijgen, belasten ze die doodleuk door aan consumenten.

De baptisten, van de klimaatgekkies van Extincition Rebellion, tot Greta Thunberg, Greenpeace en Urgenda worden geprezen door de leiders van de wereld. Behalve Donald Trump dan. Die is er namens de mensen die ‘een drankje willen op zondag’, die nog in de mijnen werken, die afhankelijk van hun auto zijn, die de kosten niet kunnen dragen van het klimaatbeleid. Die de corruptie en koehandel binnen de overheid zien en veroordelen, omdat het de dictatuur van de happy few oplevert en het einde van de democratie als zodanig. Trump en Boris Johnson in Engeland zijn een disturbance in het baptist-bootlegger mechanisme en daarom worden ze gehaat op het internationale toneel. Onder andere.

De uitspraak van de Hoge Raad is, voor zover ik dat nog niet had gezegd, een farce en heeft van de Trias Politica een ordinaire achterkamertjesrealiteit gemaakt. Een realiteit die spelers beloont en burgers beboet. Zo simpel is het.