Wetenschapsjournalist Michael Miersch: “We moeten de klimaatreligie ontmaskeren”

16 augustus 2022

Nu de angst voor Corona naar de achtergrond is verdwenen zet onze overheid weer vol in op doemscenario’s rond klimaat en milieu. Zelfs water zou nu schaars zijn in “nat Nederland” en op de bon moeten. “Om zuinig consumeren te stimuleren”. Ik moest weer denken aan mijn gesprek met journalist Michael Miersch een aantal jaar terug in Berlijn, over klimaatpolitiek. We hadden het niet alleen over de wetenschappelijke aannames maar ook de werking van media en politiek, waar hij veel ervaring mee had. “Dat er in dit deel van de wereld waterschaarste zou zijn of komen is absurd,” vertelde hij me. Miersch ziet ook eigenlijk geen verschillen tussen journalisten en mediaconsumenten. “Veel mensen weten gewoon niet wat hun ‘eigen’ mening is. Alles wat ‘groen’ is: biologisch eten, geen auto rijden, etc. is ‘goed’. Ze houden zich niet bezig met het grote plaatje.”

Daarom een herpublicatie. Ook omdat zijn constateringen allemaal de tand des tijds hebben doorstaan. (TPO, 14 april 2019)

‘In zijn werkkamer van de Deutsche Wildtier Stiftung aan de Pariser Platz in Berlijn hangen vooral foto’s en schilderijen van vogels en konijnen. Zoals overal in het gebouw is veel aandacht besteed aan de focus van de private stichting: liefde voor de natuur en bescherming van dieren in het wild. In de overdekte hal van het gebouw groeien exotische planten meters hoog de lucht in. Sinds 2014 is publicist en filmmaker Michael Miersch (Frankfurt am Main, 1956) hier hoofd van de afdeling communicatie en opleiding. Zijn charisma en zakelijke uitstraling vallen buiten het clichébeeld van ‘de natuurliefhebber’ maar hij is er toch echt wel één, verzekert hij ons. Vijftien jaar lang maakte hij natuurfilms voor de Duitse zender WDR en tot twee jaar geleden was hij wetenschapsjournalist voor verschillende media. Aanleiding voor het gesprek is zijn aanvaring met de Duitse overheid, die hem (onder andere wegens zijn kritiek op de Energiewende) sinds 2013 een ‘klimaatontkenner’ en ‘lobbyist van de olie-industrie’ noemt en hem zo zijn journalistieke werk onmogelijk probeert te maken. Miersch procedeerde twee jaar lang tegen deze, wat hij noemt “gerichte aanval op de vrije pers”.

‘Alles wat met klimaat te maken heeft is sinds een jaar of dertig veel meer een culturele kwestie’

Het politieke klimaat waarin hij werkt is geen raadsel voor hem. Hij schreef niet alleen publicaties over biologisch eten, ‘eco-optimisme’, het ‘bizarre seksuele leven van dieren’ en een Lexicon met ‘verassende feiten’ over gentechniek, ozonlagen, ontbossing en klimaat. Nog vaker gaan zijn boeken en lezingen over het fenomeen van de ecologische zuil zelf – met name over de koppeling van ‘groen leven’ aan de enige juiste moraal. Hij hekelt, met professionele afstand, de politiek correcte groepsmoraal die hij de “Ökokult” [ecocult] noemt. Met beroepsprovocateur en maatschappijpsycholoog Henryk Broder schreef hij zelfs twee boeken over dit overkoepelende thema.

Op de vraag of dat nodig is, antwoordt hij resoluut. “Natuurwetenschappelijke of technische vragen zijn totaal gepolitiseerd. Het is compleet absurd dat wie tegenwoordig twijfels heeft over de prognoses van het Potsdam Instituut voor Klimaatonderzoek (PIK) of het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) geldt als ‘rechts’ en wie ze blind gelooft geldt als ‘links’, terwijl er helemaal geen politieke filosofie achter deze posities zit. Of de mens nou wel of geen schuld heeft aan klimaatverandering is geen links-rechts vraag. In dat kader zou je ze immers compleet kunnen omwisselen. Alles wat met klimaat te maken heeft is sinds een jaar of dertig veel meer een culturele kwestie. Maar het frame is er wel de oorzaak van dat het Postdam Instituut en andere klimaatclubs succes hebben. Het is ze gelukt om een ‘links’ en ‘rechts’-opdeling te maken in de discussie. In Amerika is het net zo, misschien in Nederland ook? Uitgerekend de rechtse AfD, een nationaalconservatieve, politieke volkspartij, heeft een klimaat-sceptische positie ingenomen. Dus ze kunnen zeggen: ‘Kijk, het klopt’. Deze valse scheidslijn heeft de boel verder verhard en gedogmatiseerd.”

‘Journalisten hebben zelf uit eigen beweging, samen met NGO’s hun standpunten op één lijn gesteld’

Miersch gelooft niet dat daar een hele bewuste strategie achter zit. “Ik ben niet zo van de complottheorieën. Maar laat ik het zo zeggen: als ik de public relations zou doen bij het Postdam Instituut dan zou ik dat links-rechts frame bij wijze van spreken aanbevelen. Het helpt, zeker als je het veel herhaalt. Net als het woord ‘klimaatontkenner’ – wat ik helemaal niet ben, want het klimaat verandert. Maar het doet denken aan ‘Holocaustontkenner. Dat wil niemand zijn, dus je past wel op.”

Is het niet zo dat vergaande, ingrijpende klimaatplannen wel degelijk links zijn, omdat socialisten en groene partijen het nou eenmaal in hun hoofd hebben dat ze de wereld moeten redden van onrecht, vervuiling en opwarming? 

“In linkse kringen beargumenteren ze alles graag met van die ‘Weltuntergangs’ [ondergang van de wereld] scenario’s, dat klopt. Maar het is óók traditioneel links – zeker als je Marx en Lenin en andere klassiekers leest – om de technische voorúitgang te koppelen aan staatsideologie. ‘Socialisme is elektrificatie van het hele land,’ zei Lenin. En zo dacht men overal in linkse kringen. De sociaal-democraten hebben in de jaren zestig nog een atoomprogramma gehad. Men verwachtte van deze techniek welvaart en voorspoed. Zelfs orthodox links, de communistische partijen in het Oostblok, waren daarvoor.”

Sinds de kernramp in Fukushima heeft Angela Merkel abrupt gebroken met kernenergie en is het een taboe geworden. Was dat een onvermijdelijke omwenteling? 

“Eigenlijk sinds Chernobyl al. Maar er is vooral sinds Fukushima in de Duitse media een ‘eenheidsmening’ over kernenergie. Fukushima werd gebracht als een catastrofe, terwijl er niemand gestorven is aan de straling van die ramp. Maar dat hoorde je niet, er was in Duitsland geen enkel debat over Merkels besluit, geen tegengeluid. Het is als in een totalitaire staat: ineens was het zo. Journalisten hebben zelf, uit eigen beweging, samen met de NGO’s hun standpunten op een lijn gesteld. Ongelofelijk.”

Hoe kan dat allebei waar zijn? Kunnen journalisten de facto ‘vrij’ zijn in een totalitaire staat?

“Ze zijn vrij. Ik heb bij veel redacties gewerkt. Bij Die Welt, Cicero, FOCUS, Tageszeitung, WDR. Ik ken ze goed. Het is niet zoals de AfD en Pegida beweren: dat journalisten rechtstreeks gesubsidieerd worden om bepaalde dingen te vinden en te zeggen. Maar er is wel een milieu waarin ongeschreven codes gelden en voorliefdes voor bepaalde meningen bestaan. In dit milieu – hier zijn ook onderzoeken naar gedaan – is die voorliefde vooral links en groen. In 1998 heeft toenmalig hoofdredacteur Mathias Döpfner van dagblad Die Welt – dat toen nog als conservatief gold – een enquête gehouden onder zijn redactie. En daaruit bleek dat de meerderheid op de Groenen stemde. En ook uit andere onderzoeken blijkt: de journalistiek is behoorlijk links. Terwijl in de samenleving als geheel over sociale-, buitenlandse- en economische politiek veel bredere opvattingen leven.”

Mathias Döpfner, nu CEO van mediaconcern Axel Springer, heeft recenter een speech gehouden waarin hij opriep iets te doen aan die conformiteit in de media. Is dat dan niet gewoon een beetje voor de bühne?

“Ik geloof wel dat hij staat voor wat hij zegt. Er zijn immers ook veel goede journalisten in Duitsland, maar ze hebben een blinde vlek. Na de foutieve berichtgeving over de aanrandingen tijdens de Keulse nieuwjaarsnacht beloofden redacties in Duitsland beterschap. Sindsdien als ik radio luister en kranten lees merk ik dat er wel iets veranderd is. Er wordt door redacties nauwkeuriger bericht rond zulke gebeurtenissen. Maar ze snappen nog steeds niet dat asielproblematiek, maar ook andere gevoelige thema’s systematisch worden genegeerd. Na Keulen was het niet: ‘Goh waar hebben we misschien nog meer niet objectief over bericht? Is er misschien een samenhang?’ Ook de hele nieuwsvoorziening rond klimaat en milieu is ongelofelijk eenzijdig.”

Miersch ziet eigenlijk geen verschillen tussen journalisten en mediaconsumenten. “Veel mensen weten ook gewoon niet wat hun ‘eigen’ mening is. Alles wat ‘groen’ is: biologisch eten, geen auto rijden, etc. is ‘goed’. Ze houden zich niet bezig met het grote plaatje. En ze worden ook door niemand gecorrigeerd. Want wie zich wel bewust is van de keerzijden van onze huidige groene politiek die heeft met vrienden aan de ‘Stammtisch’ [borreltafel, in de stamkroeg] geen zin om de sfeer te bederven. Zeggen dat er in Fukushima geen mensen zijn omgekomen door de ramp, nou ja, dan bederf je de avond. Die spiraal, dat men geen zin heeft om iets zeggen, daar zitten we nu in.”

Alles wat binnen het linkse narratief paste kon Miersch ongestoord publiceren, merkte hij. Andersom golden er andere regels. “Bijvoorbeeld dat biologisch eten ‘gezonder’ is ging zonder problemen langs mijn chef-redacteur, maar als ik ergens schreef dat biologisch eten ‘ongezond’ is, werd bewijs gevraagd. Al het andere wordt als ‘waar’ verondersteld.”

Van 2015 tot 2017 voerde Miersch een gerechtelijke procedure in twee instanties tegen het Duitse ministerie van Milieu om zijn naam uit een lasterlijke overheidsbrochure te krijgen. De 122-pagina’s tellende brochure met als titel: Und sie erwärmt zich doch (‘En toch warmt ze op’) is door andere media niets minder dan ‘een zwarte lijst’ genoemd. De brochure, die nog altijd in omloop is, gaat over ‘klimaatontkenners’ (met Miersch nog zo’n vijf anderen) en hun ‘methoden’ met als strekking dat inzichten van het IPCC en het PIK niet in twijfel getrokken mogen worden. Er wordt door de auteurs geklaagd dat “de toon die de klimaatontkenners in de uiteenzetting over de klimaatwetenschap gebruiken, zelden de norm voor een zakelijk-kritische discussie ontstijgt”. In de rechtszaak betoogde het ministerie dat “zijn artikelen niet overeenstemmen met de huidige kennis over klimaatwetenschap.” Miersch verloor de rechtszaak. De overweging van de rechtbank: “Het ministerie van Milieu is bevoegd een ‘postfaktisch’ [post-feitelijk] discours tegen te gaan”. Op welke manier Miersch zijn feiten en argumenten precies ‘post-feitelijk’ bracht bleef in het midden.

U heeft vanwege ‘de toon’ dus al geen recht van spreken. En er stond dat u ‘een lobbyist van de olie-industrie’ bent. Een idiote aantijging zonder bewijzen. De Duitse media toonden zich solidair met uw positie maar echte ophef bleef uit. Een Zwitserse krant schreef: ‘De Duitse staat waarschuwt voor een journalist, de rechterlijke macht beschermt deze waarschuwing en de media zwijgen.’ Alles overziend is het een schandaal. Wie draagt hier de meeste schuld? 

“Ten eerste, dit was het eerste proces wat ik in mijn leven gevoerd heb. Dus niet dat je denkt dat ik dit voor mijn lol doe en niet tegen kritiek kan. Want je kunt juist alles tegen mij zeggen: ‘Miersch is achterlijk, Miersch is een slechte journalist’, dat maakt mij niet uit. Maar als overheidsorganen zulke dingen gaan schrijven dan heeft het een andere kwaliteit.

“Voor een groot deel zat de schuld bij de administratieve rechtbank die eigenlijk niet gekwalificeerd was om hierover te beslissen. Ze hebben denk ik niet begrepen waarover de zaak in essentie gaat. Namelijk dat je als wetenschapsjournalist in je werk belemmerd wordt door zulke aantijgingen. En wat voor precedent dit schept snappen ze dus ook niet. Je kan nu als ministerie van Economische Zaken of ministerie van Gezondheid via folders of wat dan ook journalisten ‘aangeven’ die’‘in strijd met de huidige kennis’ over de economie of ‘in strijd met de huidige kennis’ over medicijnen berichten. Alles wat de staat onwelgevallig is kan daaronder vallen. Het Duitse journalistenverbond (DJV) heeft de brochure om die reden ook bekritiseert. Het hoofd van hun Beierse bureau, Jutta Müller, heeft me na de rechtszaak geschreven dat ‘het erop lijkt dat de rechtbank de aspecten van persvrijheid en de waarde van een onafhankelijke vrij meningsuiting niet toereikend erkend heeft, en dat daarmee een vals signaal wordt afgegeven’.

“Maar het begint natuurlijk al bij de brochure zelf. De hoofdauteur daarvan, Harry Lehmann, is lid van de ‘vriendenvereniging van het Potsdam-Instituut’. Ik was in de tijd van deze rechtszaken journalist bij FOCUS en wij hadden ontdekt dat tussen 2007 en 2013 zo’n duizend onderzoeksopdrachten voor een bedrag van twee miljoen euro aan het Duitse klimaatinstituut PIK vergeven waren, buiten de Europese aanbestedingsregels om. Deze praktijk was een massieve en ernstige inbreuk op die regels, iets wat ze graag buiten de media wilden houden. Ook de andere auteurs van de brochure zijn geen wetenschappers.”

We vervolgen ons gesprek over de emoties achter klimaatpolitiek, dat niet op feiten berust maar volgens Miersch op het hebben van ‘een goed gevoel alleen’. Wat moeten we er aan doen? “Ontmaskeren!”, lacht Miersch. “We hebben met een nieuwe religie van doen. Mensen gaan niet meer naar de kerk, en storten zich volledig op deze irrationele geloofsbeleving. De Duitse Energiewende met haar windmolens en andere vormen van energieverbouwing heeft zo veel natuur en fauna kapot gemaakt. En ook verderop. Neem een eiland als Costa Rica, daar lijdt de biodiversiteit enorm onder het toerisme, maar niemand wil een serieuze afweging maken.”