‘Mag ik als vrouw nu ook wat zeggen?!’

18 juni 2018

Ophef over de open brief van 300 schrijvers en uitgevers aan de stichting CPNB,  ‘Mogen vrouwen nu ook iets zeggen als het over vrouwen gaat’, op de website van de NRC. Ook ik ben een vrouw, dus ik ga ook iets zeggen over vrouwen. 

De klacht is dat ‘het thema van de Boekenweek 2019 De moeder de vrouw wordt, en dat zowel het Boekenweekgeschenk als het Boekenweekessay door een man geschreven zal worden.’ Het is verbijsterend dat elke zin in de brief een onwaarheid, drogreden of manipulatie bevat. Deze gekte moet ophouden.

Alleen zonen over hun moeders laten horen, sluit naadloos aan op de pijnlijke traditie die de woorden van vrouwen negeert, en anderen voor hen laat spreken. Lezers willen niet alleen weten hoe mannen tegen moeders aankijken. Ze willen ook de dochters horen, en de moeders zelf.

Je struikelt al meteen over dat vervelende, Amerikaanse social justice jargon waarin alles en iedereen erbij wordt gehaald: ‘de pijnlijke traditie die de woorden van vrouwen negeert’. Nooit eerder hoorden we in Nederland over ‘een pijnlijke traditie die de woorden van vrouwen negeert’ maar blijkbaar is die traditie ineens wel iets ‘van 2018’:

Als organisatie die het Nederlandse boek propageert, kunt u de feitelijke genderongelijkheid in het literaire veld en de maatschappij niet naast u neerleggen. De CPNB hoeft geen wegbereider te zijn, geen voorhoede, geen revolutionair instituut. Maar we leven in 2018.

Sinds wanneer is een jaartal een argument voor wat dan ook? ‘We sluiten dit park voor Joden, want we leven in 1942? U moet uw boerderij en uw laatste graankorrels aan de staat geven, want het is 1928 in de Sovjet-Unie?’  In 2018 hebben vrouwen voorrang op mannen, en bepalen wij wie er over zijn moeder mag schrijven? Het enige wat hier ‘2018’ aan is, is de opdracht om als nuttige idioot te fungeren in wat alle andere culturele instituties in het Westen momenteel netjes uitvoeren: de vernietiging van kunst en cultuur met kwaliteit als criterium. Want ‘oneerlijk’.

De luchtballon is nog makkelijker door te prikken op het niveau van de klacht zelf, want wat is nu helemaal het punt? Wat is het ‘probleem’? Zoals ik het lees waren er door ‘genderongelijkheid in het literaire veld en de maatschappij’ ‘maar 4 vrouwelijke boekenweekgeschenken in de afgelopen 20 jaar’. Daar is vast een verklaring voor maar daar gaat het niet om. Het gaat in dit soort jankbrieven met handtekening nooit over hoe het komt.

De algemene claim, de veronderstelling van ‘genderongelijkheid’, klopt ook al niet. Het bewijs voor gendergelijkheid (dat mannen en vrouwen gelijke kansen hebben én keuzevrijheid om die te benutten) vinden we gewoon onder deze brief. Allemaal (wel wat onbekende) vrouwelijke auteurs en dichters met werk, wiens woorden blijkbaar niet genegeerd worden, bovendien gesteund door mannen. En andersom, zijn er briljante werken door uitgevers geweigerd, omdat de auteur een vrouw was? Nee. Wordt deze brief genegeerd? Helaas, nee. Ondanks het niveau ‘nervous breakdown‘:

We leken eindelijk één doel te delen: het aanbieden van een grote diversiteit aan literatuur, door een divers palet van schrijvers, voor een even divers lezerspubliek. Maar wat blijkt nu: zelfs bij het thema ‘De moeder de vrouw’ worden alle vrouwelijke auteurs in ons taalgebied overgeslagen.

Let op het taalgebruik: álle vrouwelijke auteurs worden overgeslagen, ze hebben állemaal recht op dat boekenweekgeschenk. Werden niet ook bijna álle mannelijke auteurs in de afgelopen decennia overgeslagen? What makes you so special? En hoezo ‘we’ leken één doel te hebben? Wat is dat voor Goelag mentaliteit, waarbij het wegselecteren van alles wat niet divers (lees: een slachtoffer) genoeg is naar maatstaven van de politiek correcte politie, het uiteindelijke doel wordt.

Er staan ook veel schrijvers niet op die 300-lijst, maar aangemoedigd door dit links-radicale activisme wordt het wel steeds aantrekkelijker gemaakt om jezelf inderdaad (als ietwat onbekende schrijver) maar te verkopen op grond van je ‘diverse palet’ –  geslacht, huidskleur of andere onverdiende identiteit, of dat namens anderen te doen. Om zo compleet vast te lopen als je een echt gewaagde, diverse opvatting wilt etaleren. En dat is precies de opzet van dit hele rookgordijn: uniformiteit, niksigheid en leegheid.

De voorbode daarvan zie je al terug in het huidige aanbod. De gendergelijkheid die er al lang is, is als concept te ver doorgevoerd, zij leunt te veel op het valse idee van het ‘vrouwelijke geluid’. Ik heb het niet over bestaande talenten die vanzelf bovendrijven, maar slaapverwekkend of ronduit vervelend gebabbel over ongesteldheid, afvallen, verbroken relaties, de dood van een kat en hoe onrechtvaardig de wereld wel niet is, wordt zelden afgestraft.

Je wordt geacht in het doolhof van hun geesten mee te lopen, waarin ze vaak op zoek gaan naar iets voor zichzelf, naar lezersreacties als ‘ontroerend’ en ‘herkenbaar’. Vrouwen schrijven vooral om elkaar te steunen, te troosten en ‘de boel bij elkaar te houden‘. Literatuur als beoefening van levenskunst, als iets voorbij jezelf en je kleine wereldje is de beste literatuur, en als vrouwen echte gelijkheid wilden stelden ze zichzelf dat ten doel (en werden ze ervoor beloond), omdat dát je geslacht overstijgt. Maar de lat ligt laag, ik ken vrouwen die zeggen: “Als ik lees wil ik niet nadenken.”

Dit alles biedt misschien al de verklaring voor ‘maar 4 vrouwelijke boekenweekgeschenken in de afgelopen 20 jaar’. Oftewel, het kan te maken hebben met de kwaliteit van het aanbod, met de algehele oververtegenwoordiging van mannen in dit beroep, het ouderwetse instituut boekenweekgeschenk, etc.

Geklaagd zou moeten worden over het gebrek aan diverse ideeën. Maar als je kritiek op de beperkte diversiteit van het aanbod probeert te formuleren vlieg je er (ook als vrouw) uit. Zo ondervond de succesvolle schrijfster Lionel Shriver (van het verfilmde boek ‘We need to talk about Kevin‘). Zij bekritiseert het krankzinnige diversiteitsvirus bij een van de grootste uitgevers in Engeland, Penguin Random House. Onder druk van de gendergelijkheid-politie is daar aan een equality of outcome beleid begonnen. Shriver was fel tegen en werd wegens wrongthink uit de jury van een boekenprijs gehaald.

Volgens Penguin moeten ‘nieuwe auteurs in 2025 een reflectie zijn van de Engelse populatie’ rekening houdend met etniciteit, gender, seksualiteit , sociale klasse en handicap’. (…) ‘Boeken vormen onze cultuur en die moet niet ontstaan vanuit mensen die uit een smal deel van de samenleving komen.’ Penguin gaf ook aan dat medewerker geen diploma meer hoeven te hebben.

Lionel Shriver:

Many of our institutions have ceased to understand what they are for. Drunk on virtue, Penguin Random House no longer regards the company’s raison d’être as the acquisition and dissemination of good books.”

En zo is het ook met deze klacht, die het CPNB oproept niet meer te zijn waar het voor is opgericht, maar in de plaats daarvan een verlengstuk van ideologische bewegingen die de vernietiging van de vrije geest binnen een vrije markt voor ogen staat.