Met de onbegrijpelijke vervolging van Shirin Musa creëert het OM opnieuw een averechts effect: overweldigende steun voor de beklaagde

19 oktober 2018

Als je water ziet branden, is het goed om eerst even je bril schoon te maken, of even wat anders te gaan doen en dan opnieuw te kijken, want een mens kan zich vergissen. Zo wandelde ik gisteren een tijdje om de dagvaarding heen die Shirin Musa mij doorstuurde — die waarin ze wordt opgeroepen om in december voor de politierechter te verschijnen in Rotterdam wegens smaad en laster: ‘de aanranding van de goede eer en naam’ van Soerin Narain, voormalig ambtenaar van de gemeente Den Haag en maatschappelijk werker in de Hindoestaanse gemeenschap. 

“Wat is hier aan de hand,” reageerden velen. Nausicaa Marbe schreef er een column over, GeenStijl plaatste vraagtekens, De Telegraaf kon het dossier Musa weer opentrekken en tal van vrouwen (honderden?) uitten hun ongenoegen over deze ‘onbegrijpelijke actie’ van het OM in blogposts, via steunbetuigingen en oproepen ‘er bij te zijn op 13 december’. 

Shirin Musa, voor wie haar niet kent, is de drijvende kracht achter de Nederlandse vrouwenrechtenorganisatie ‘Femmes for Freedom’. Geboren in Pakistan en na veel omwegen gescheiden van haar man richt zij zich nu op politiek lobbywerk en het juridisch en praktisch ondersteunen van slachtoffers van allerlei vormen van (huwelijkse) onvrijheid. Ze heeft haar eigen ervaringen omgezet in iets positiefs: het helpen van anderen. Dat wordt niet door iedereen op prijs gesteld, haar acties zouden ‘islamofoob’ zijn. Zeker is dat Musa als moslima een gevoelige snaar raakt met haar werk dat taboes in de moslimgemeenschap wil breken. Een moedige vrouw bovenal.

De wegen van het OM zijn ondoorgrondelijk. Of toch niet? 

Om te beginnen, ik kan mij uit mijn juridische carrière niet herinneren dat er ooit zo’n kloof zat tussen ‘crimineel gedrag’ volgens het OM en de maatschappelijke perceptie daarvan. Op tal van terreinen: de behandeling van moslim-extremisme (‘verwarde mannen’ en ‘jihad-terugkeerders’), de absurd hoge parkeerboetes, en sinds een tijdje dus: het criminaliseren van de verkeerde mening. Het lijkt een trend te worden – de vrijheid van meningsuiting aan de kant zetten voor de tirannie van het hardste geklaag.

Ja, de verkeerde mening. Een vervolgingsapparaat wat nog geen twee weken geleden met een landelijk filmpje en vijf procesdagen in Leeuwarden het belang van vrijheid van meningsuiting etaleerde (in casu die van de anti-Piet demonstranten) bezoedelt nu diezelfde vrijheid. De uitlatingen van Shirin Musa, gebaseerd op feiten en achtergronden binnen haar rol als activist, worden plots ondergeschikt maakt aan de ‘goede naam en eer’ van iemand die zijn goede naam al een paar keer zelf ernstig beschaamd heeft, in en buiten rechte.

Zo is hij onlangs ontslagen bij de gemeente wegen subsidie gesjoemel en heeft hij na zijn nominatie voor de Joke Smit prijs niet alleen ontkend dat hij seksueel overschrijdend gedrag heeft vertoond (wat natuurlijk kan), maar gesteld dat die meisjes ‘jaloers’ zouden zijn en dat er ‘helemaal geen bewijs was’ voor een verkrachtingszaak uit 2014 (in plaats van geen ‘overtuigend bewijs’, wat iets anders is). Dit alles speelde vlak voor en na de uitreiking van de Joke Smit prijs, toen de Telegraaf naar buiten kwam met het verhaal dat hij ‘een pedo’ zou zijn. De krant had vier meisjes gesproken die meenden door Narain aangerand of verkracht te zijn. Een paar jaar daarvoor werd Narain nog vervolgd voor verkrachting (en daarvan vrijgesproken) en nu dus dit.

Je kunt daaruit opmaken wat je wilt, en onschuld voorop stellen, maar dat laat onverlet dat Narain geen vlekkeloze reputatie had en heeft. In ieder geval niet één die een landelijke emancipatieprijs rechtvaardigt. Musa’s kritiek op die nominatie sneed dus hout. In het verleden niet veroordeeld zijn (door een rechtbank) betekent niet dat de rook ook in maatschappelijke kring optrekt, zeker niet als er meer verhalen naar buiten komen. Het zou mooi zijn, maar een vrijspraak is geen vrijbrief voor toekomstig gedrag.

De rechtelijke onschuldpresumptie is nog geen aanbeveling voor een landelijke prijs. Zoals Harvey Weinstein in Hollywood nu ook niet ‘best rolmodel of the year‘ kan worden. De onschuldspresumptie is óók geen reden om maar helemaal je mond te houden, moet Musa gedacht hebben. Zij probeerde nog de meisjes die in het Telegraaf artikel aan het woord kwamen te overtuigen aangifte te doen, maar ze durfden niet vanwege het gevaar voor uitsluiting uit de Hindoestaanse gemeenschap.

Musa tweette toen naar aanleiding van Narains nominatie deze twee tweets:

Ik zag nog meer water branden toen ik gisteren ook nog de overweging van het Openbaar Ministerie om haar te dagvaarden onder ogen kreeg:

‘Wij gaan inderdaad over tot vervolging van mevrouw Musa. De aangifte richt zich specifiek op haar uitspraken gedaan op Twitter in december 2017. Zij heeft op Twitter uitspraken gedaan over het slachtoffer die hem in zijn goede naam/ eer aantasten. Over het slachtoffer: Dat iemand ergens van verdacht wordt en daarvoor vervolgd wordt – in dit geval ook nog eens is vrijgesproken – , maakt niet dat het iedereen vrijstaat om die verdenking voor waar aan te nemen en daarmee de publiciteit te zoeken. In uitzonderlijke gevallen kan het algemeen belang verlangen dat na een veroordeling of zelfs daarvoor; bij een verdenking, de publiciteit wordt gezocht. Die uitzonderlijke omstandigheden moeten dan wel aangevoerd zijn of evident aanwezig zijn en daar is in dit geval geen sprake van. Uit de tweet-berichten komt niet naar voren dat deze berichten zijn gedaan om ‘vrouwen, kinderen’ of ‘de maatschappij’ te beschermen/verdedigen. Ook heeft zij niet te goeder trouw kunnen aannemen dat het ten laste gelegde waar was. Aangever is namelijk onherroepelijk voor deze feiten vrijgesproken.’

Onbegrijpelijk naar oude maatstaven. Musa neemt helemaal niet die beschuldiging waarvan Narain is vrijgesproken ‘voor waar aan’. Juist niét.

Ze noemt de vervolging in een context. Er speelt veel meer rondom Narain dan die oude vrijspraak uit 2014. Dat zij bovendien ‘niet ter goede trouw’ zou zijn omtrent verhalen van meisjes over Narain, die zij zelf gesproken heeft in een gemeenschap waar zij dagelijks mee te maken heeft, uit een roeping om die meisjes te helpen, is absurd. Het OM zegt eigenlijk: ze tast niet alleen Narain’s naam aan, maar liegt ook! Oftewel: te kwader trouw wil ze zijn naam door het slijk halen. Dat is een forse beschuldiging – die van laster – en idioot, gelet op de tweets die geen feitelijke onjuistheden bevatten.

Voor zover je dat nog kunt beweren over die hashtags in haar criminele tweets: #seksueel #overschrijdend #gedrag, komt dat regelrecht uit het vonnis van de kort geding rechter in Amsterdam. Die rechtbank nam in januari in feite Musa’s woorden over.

Ik denk dat Amsterdam en Rotterdam even moeten praten!

Want zit er niemand in die bakstenen OM toren in Rotterdam die denkt: dat ‘te kwader trouw wordt nog een probleem’? En dan de laatste zin uit de persverklaring is helemaal van elke realiteit losgezongen. Alsof een vrijspraak betekent dat je daarna nooit meer – ook niet als er nieuwe feiten aan het licht komen – zou mogen verwijzen naar iemands voorgeschiedenis. Alsof we allemaal in een grote Kafkaëske zittingszaal zitten waarin beschuldigingen alleen van overheidswege geuit mogen worden.

Als een vrijspraak het einde is van een discussie over grensoverschrijdend (seksueel) gedrag, dan zou ik het als slachtoffer ook wel uit mijn hoofd halen in het vervolg om aangifte te doen. De kans op vrijspraak is in die zaken al bovengemiddeld groot en dit alles maakt dat een (onterecht) beschuldigde geen kritiek meer hoeft te dulden — dat alles smaad en laster is, ook als nieuwe of andere vermoedens rijzen. Je ziet het ook, Narain schermt met zijn vrijspraak als absolute aflaat voor zijn verdere handelen en eist een algehele zuivering van zijn naam. Is dat wat Musa hem verschuldigd is?

Een ander punt uit de persverklaring: Het OM vindt Shirin Musa blijkbaar een ‘uitzonderlijk geval’, een geval dat te kwader trouw een man door het slijk haalt die eerder al een zaak tegen de Telegraaf verloor op basis van journalistiek onderzoek waarin vrouwen naar voren kwamen. De Rechtbank Amsterdam daarover:

‘De onderzoeksresultaten (van Wierd Duk) rechtvaardigden in beginsel publicatie daarvan. Seksueel overschrijdend gedrag is immers een misstand die de hele samenleving raakt. Dat geldt te meer wanneer daarbij kwetsbare jongeren betrokken zijn en wanner dat gedrag zich voordoet in ongelijkwaardige relatie, zoals in dit geval’ (onder Beoordeling 4.8)

Dit was een civiele zaak, dus geen veroordeling van Narain. Wel is hiermee een andere, parallelle waarheidsvinding erkend door de Rechtbank, die waarin journalistiek onderzoek tot nieuwe vermoedens kan leiden, nieuwe beeldvorming en (mogelijk) nieuwe strafbare feiten. Dat indachtig, hoe kun je het verwijt aan Musa in de dagvaarding en deze overweging van de Rechtbank met elkaar rijmen? In welke wereld kan vrijheid van meningsuiting begrensd worden door één eindoordeel van één strafrechter over één zaak, zoals het OM lijkt te suggereren.

Geert Wilders is bijvoorbeeld herhaaldelijk vrijgesproken van groepsbelediging, aanzetten tot haat en discriminatie van niet westerse allochtonen. Mogen we nu ook niet waarschuwen voor zijn beledigende teksten, daar iets van vinden? Of het nou waar is of niet? En gebeurt het niet Elke Dag? Beschuldigingen van racisme, fascisme en opruiing? Bij Wilders, bij Baudet, bij rechtse journalisten? En nee, dit gaat niet over dat Wilders een politicus is en meer moet dulden, ook Narain is een publiek figuur, zoals de Rechtbank in Amsterdam zelf al concludeerde, “waardoor hij zich in zoverre meer publiciteit moet laten welgevallen dan de gemiddelde burger,” staat er (onder 4.10)

De motivatie voor vervolging is onlogisch, en wordt niet op basis van een klacht alleen genomen. Is het er dan niet gewoon per ongeluk uitgerold die dagvaarding? Nee.

Het OM heeft beperkte capaciteit, een logisch gevolg daarvan is dat het vervolgingsbeleid door schaarste effectief moet zijn en geen lootjes-trekkerij kán zijn. Je kunt niet elke mishandeling, elke ruzie, vernieling, belediging en wegpiraat op zitting brengen. Of de ene maand alleen maar zwartrijders op zitting brengen en alle overvallers laten lopen. Dus stel je prioriteiten die boven alles elke schijn van willekeur, rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid voorkomen. Alléén zo kan beperkte capaciteit toch het rechtsgevoel dienen.

Anders gezegd, zoals je als burger geacht wordt de wet te kennen, moet het OM min of meer transparant zijn in hun vervolgingsbeslissing, het moet een signaal afgeven dat het bijvoorbeeld mensensmokkel hoog opneemt, maar milieudelicten met transacties kan afdoen, dat het jongeren vaker op gesprek laat komen bij de Officier van Justitie, in plaats van voor de rechter. Het OM moet beleid maken dat de gehele maatschappij ten goede komt, zonder dat het ten koste gaat van individuele afwegingen: soms is de rechtsorde zo geschokt en kun je niet anders dan vervolgen in strijd met richtlijnen, en soms is vervolging nadelig voor slachtoffers en ziet het OM er vanaf.

In deze zaak lijkt het alsof het OM een lootje heeft getrokken, terwijl we allemaal ‘aan ons water voelen’ dat dat niet zo is. Maar aan lootjes trekken doet het OM niet, zei ik net al. Zoals we konden zien bij de vervolging van twitteraars in de zaak Sylvana Simons, stonden persofficieren destijds uitgebreid voor de camera te vertellen over ‘de signaalfunctie’ van die zaak. Het moest maar eens duidelijk worden dat vrijheid van meningsuiting niet betekent ‘dat je zomaar alles kunt zeggen’. Die zaak was een blauwdruk voor nieuw beleid, waarin ook ‘columnisten onderzocht zouden gaan worden’. Kortom, de begrenzing van vrijheid van meningsuiting was voortaan een nieuwe prioriteit van het OM. Hiermee hebben ze zich in een lastig parket gebracht. Want hoe maak je een voorspelbaar, transparant beleid rond dit thema? In een tijd waarin de hardste schreeuwers het meest beledigd zijn en tot het uiterste gaan om hun klachten kenbaar te maken.

Nou, bijvoorbeeld door de klagers als de maatschappij te gaan zien, als slachtoffers in wording. Door belediging maar helemaal als risico te willen vermijden, en om kwetsende meningen in de breedte te ontmoedigen, zoals je een anti-inbraak alarm op woningen adviseert, een beter slot op je fiets, bewakingscamera’s in uitgaansgebieden. Het OM snapt echter niet dat je (groeps)belediging (waar smaad en laster onder vallen) niet preventief kunt voorkomen door vrouwenrechtenactivisten te intimideren, en zo klagers te geven wat ze andere willen afpakken. Het OM moet zich daarvoor niet lenen, voor het uitspelen van politieke belangen en emoties in de samenleving, en dat gebeurt nu wel. Met Wilders, met de Blokkeerfriezen en nu met Shirin Musa. En iedereen ziet dat het niet werkt.

Het zwaarste middel inzetten (dagvaarden), in weerwil van het kort geding dat Narain verloor, ondanks Musa’s goede reputatie én haar rol als vrouwenactiviste, is als keuze van het OM alleen te begrijpen als we snappen dat zij het beschermen van de maatschappelijke orde op een lijn stellen met het intimideren van Musa zelf. De maatschappelijke orde lijdt blijkbaar onder klokkenluiders als Musa, het brengt onrust en botst met de lijn die het OM graag ziet: moslims ontzien, emancipatie alleen voor autochtone vrouwen, diversiteit van kleur boven die van ideeën en intolerantie voor rechts.

De lijn van het OM: Belangrijker dan het opkomen voor kwetsbare vrouwen is in de zaak Musa het inperken van de vrije meningsuiting — een grondrecht dat zoals we steeds meer leren, een gunst is die alleen voor de kudde geldt en niet voor islam-kritische, overheid kritische en überhaupt kritische mensen. Vrijheid van meningsuiting wordt zo steeds meer een recht voor een ieder die er geen gebruik meer van wil maken.

Inderdaad OM, dan pas zal het geklaag afstompen.