Het schaamteloze lijdensfetisjisme rondom ‘zwemheld’ Maarten van der Weijden

18 juni 2023

He’s back! Na zijn tochten in 2018 en 2019 doet de zwemmer er een schepje bovenop. Niet alleen 200 km zwemmen, maar ook 400 km hardlopen en fietsen. Met zo min mogelijk rust.

(Uit 2018:) ‘Ik ga nu geheel tegen alle sociale conventies in een obligate heldenverering verstoren: de verering van Elfsteden-zwemmer Maarten van der Weijden, zoals ik die vanochtend met een washandje op mijn voorhoofd terugkeek op de Live-blog van de NOS. Niet om wie hij is, wat hij gepresteerd heeft, of zijn motieven.

Ik zie een man die er zijn levenswerk van maakt om wellicht uit schuldgevoel en gekte, via sport aandacht te vragen voor kankeronderzoek en daarmee anderen inspireert. Daar ben ik helemaal voor. Maar Van der Weijden is ook een product van een samenleving die tranentrekkend onbehouwen en infantiel omgaat met de Grote Emoties van het leven, vooral met de dingen die men wat moeilijk onder woorden kan brengen: ziekte, dood, eenzaamheid, depressie.

Als je een tijdje in Duitsland woont, zoals ik, waar dit compleet anders is, zijn de beelden van de zwemtocht en de huldiging in Leeuwarden als bijna buitenaards te beschrijven. De fetisj – tot aan de gerimpelde voeten van Van der Weijden aan toe – die Nederlanders hebben met het succes, lot en lijden van anderen en de manier waarop ze die toestanden zichzelf toe-eigenen, is schaamteloos (waar schaamte misschien gepast zou zijn).

Toegegeven, het juichend vanaf de kant of via de media deelgenoot zijn van een fysieke lijdensweg – het afleggen van 200 km te water – ter symbolische overwinning op Het Lijden (kanker) is een belevenis die elke andere collectieve emotie overstijgt. Van der Weijden vervult vanwege de hunkering naar die belevenis (en ons onvermogen het eigen lijden te dragen) de klassieke functie van een zondebok, een offerdier. Al ploeterend in het water, met elke armslag halsreikend op zoek naar de verlossing, dreef de Olympisch kampioen als gekruisigd door het water, waarbij hij zijn Golgotha vond vlak voor de brug bij Dokkum.

Deze rol zie ik ook terug in de beelden van Van der Weijden na zijn terugkeer uit het ziekenhuis. Ondersteund door coaches en vrijwilligers werd hij met een compleet afgemat gezicht in een sloep op een witte tuinstoel gezet – geheel in volkse stijl bijgezet op oma’s zitverjaardag. Verderop stond de emo-brigade al klaar. Ilse de Lange, Frans Bauer, Epke Zonderland, Erben Wennenmars, Mark Rutte, de burgermeester, staatsmedia en slachtoffers-nabestaanden van kanker die geeerd werden in filmclips tussendoor – alles om de heilzame werking van offerdier Maarten te bespoedigen en het ritueel van genezing verder in te ‘Weijden’. De dochtertjes van Van der Weijden, zijn vader (“mooi he?”), levensgrote kartonnen poppen van Van der Weijden, ‘Ground Control to Major Tom’ als achtergrondmuziek. In die beelden-flipperkast moesten woorden overbodig worden, zoals de Friezen het graag zien.

Iedereen voelt het: het gaat niet om Van der Weijden, het gaat om wat wij nodig hebben. Steeds als ik Dionne Stax, Ilse de Lange en andere bedrukte BN’ers vers uit de visagie zie ‘meeleven’ en ‘bijdragen’ aan de aandacht voor bijzondere prestaties in relatie tot inzamelingsacties, die vanuit glazen huizen of pop-podia in middelgrote provinciesteden worden georganiseerd, dan is dat afleiding voor de diepere argeloosheid die de Nederlander – de Fries in het bijzonder – nou eenmaal met zich draagt. Een nuchterheid die blijkbaar af en toe even uitgelaten, meegenomen moet worden. Maar blijft.

De collectieve fake-emo die dat tot resultaat heeft, dit keer rondom een fysiek veel te hoog gegrepen zwemtocht, is er een van met Berenburg en nostalgie (‘de échte elfstedentocht’) opgestookte sentimentaliteit die een houdbaarheidsdatum van hooguit een week heeft. Het publiek kreeg zelfs aanwijzingen vanaf het podium voor het geval er niet genoeg gevoeld werd: dat er “nú een kippenvelmoment is” (Gijs Staverman), dat er nú “oorverdovend geklapt mag worden, zoals je nog nooit hebt geklapt”, dat er “zoveel mensen aan hebben meegedragen, ook u.” Iedereen voelt het: iedereen wordt gebruikt door iedereen. De verering bestaat alleen bij de gratie van het collectief.

Dit “epische moment” (Mark Rutte) mag ook allemaal wat kosten natuurlijk. Vermoedelijk veel meer dan de 2,5 miljoen euro die Van der Weijden heeft ingezameld. Maar dat maakt natuurlijk allemaal niet uit. Er was nog nooit een grotere held dan Maarten van der Weijden, deze “sportman van de eeuw”. Nou ja, voor nu dan. En ook als er niet één cent terecht komt in de laboratoria van onafhankelijk kankeronderzoek dan gaat het‘om de gedachte’. ‘Niets doen is ook maar niets’, hoor ik mensen wel vaker zeggen die letterlijk bereid zijn geld te verbranden voor mooie schijn.

Deze heldeninflatie is Nederland eigen. Zoals het ook ging met huldigingen van andere vooropgezette helden (Yuri van Gelder die na zijn diskwalificatie in Rio de Janeiro in het landelijke paas-spectacel ‘The Passion’ Barrabas mocht spelen en op Lowlands werd opgevoerd, Het Nederlands Elftal dat in 2010 verloor in de finale maar een winnaars-huldiging kreeg) maakt het in Nederland niets uit dat het einddoel niet gehaald wordt – financieel, dan wel sportief – meedoen is belangrijker dan winnen want het podium is onze gunst aan hen.

Je merkte het aan vragen aan Van der Weijden, zoals die van Dionne Stax op het podium: ‘Heb jij wel doorgehad hoezeer iedereen hier met jou heeft meegeleefd?!’ (Lees: Wat wij allemaal voor joú doen.) Ze herhaalde het een paar keer.

Dat de elfstedentocht voor Maarten van der Weijden een mislukte tocht was, is een feit. Maar omdat het idee ‘verliezen’ in de strijd tegen kanker absoluut niet kan, is zijn afgebroken tocht opgeschaald tot een “reusachtige” daad. Geen held, maar een reus, zei Mark Rutte. Dat het mislukt is, maakt het nog allemaal nog beter, groter! Die logica kan alleen in Nederland. Dit lijdensfetisjisme rondom de Friese wateren is ongeëvenaard. In die zin, bedankt Friesland!’

Vanochtend is Van der Weijden opnieuw begonnen aan zijn tocht. Nog langer, nog zwaarder, en inmiddels vijf jaar ouder. Ik ben benieuwd wat de finish, of een voortijdig stoppen dit keer zal losmaken, maar ik verwacht een herhaling, want duidelijk is, dat dit bij het grote publiek nooit gaat vervelen.