Het leed van de Tweede Wereldoorlog is een eigen, nieuw leven gaan leiden

14 maart 2019

‘Opvallend is dat de zelfhaat bij Duitsers met het verstrijken van de oorlog alleen maar lijkt toe te nemen’

Door Floris de Graad

Tachtig jaar na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog hebben de gebeurtenissen nog steeds een verlammend effect op het zelfbeeld van Duitsland. Dit belet het land om een zelfbewuste rol te spelen en haar eigen culturele potentieel serieus te nemen. Is dit schuldbesef terecht of speelt de beeldvorming hier ook een eigen dynamische rol?

Sinds het einde van de oorlog is er een constante stroom van films en boeken die de gruwelen uit de oorlog als thema hebben of zich tegen deze achtergrond afspelen. Voor de eerste generatie schrijvers symboliseerde dit een proces van verwerking. Films en literatuur hadden een belangrijke rol in het creëren van historisch besef. De generatie die haar ervaringen op deze manier verwerkte is inmiddels al decennia overleden. Hun kinderen, die opgevoed zijn door een getraumatiseerde generatie en zo op een andere manier met de gruwelen verbonden zijn, zijn inmiddels ook al behoorlijk op leeftijd.

Toch is de stroom films die over dit thema gaat nog verre van opgedroogd. Natuurlijk, de oorlog voorziet op een gemakkelijke manier in een dramatische achtergrond voor elk verhaal. Maar de beelden die op deze manier overgebracht worden zijn inmiddels clichés. Clichés echter, die naar mate ze minder voor of door tijdgenoten gemaakt zijn, een eigen leven gaan leiden, een eigen werkelijkheid vormen en een eigen kwaliteit krijgen.

In de eerste plaats valt dit proces op het conto van Hollywood te schrijven. Vanuit de Verenigde Staten worden films over Europa over ons uitgestort die de Duitser tot het vleesgeworden kwaad maken. Het leed in de oorlog lijkt exclusief afkomstig van de Duitser. Hoewel het geen betoog behoeft dat een door waanzin geregeerd regime de eerste aanstoot tot onbeschrijfelijke ellende gaf, blijven talloze andere feiten uit deze donkere periode grotendeels buiten beschouwing en dus ook buiten de beeldvorming. Impopulaire onderwerpen zijn bijvoorbeeld dat Duitsland zelf niet het minst geleden heeft onder de oorlog, de strategisch twijfelachtige inzet van kernwapens door de VS, de misdaden gepleegd door de USSR die in veel opzichten niet onder deden voor die van de Nazi’s en een veel langere periode beslaan. 

Wereldkampioen zelfhaat

In een tijd waarin West-Europa bevangen is door nationale zelfhaat zijn dit beelden die de nationale zelfhaat bij Duitsers tot ongekende hoogte stuwt. In deze zelfhaat zijn de Duitsers inmiddels wereldkampioen. Het opvallende is dat deze zelfhaat met het verstrijken van de oorlog alleen maar lijkt toe te nemen.

De leus van Antifa: ‘geen vergeven, geen vergeten’ valt nog steeds regelmatig te horen. Juist in deze leus lijkt een deel van het antwoord te liggen op de vraag waarom deze zelfhaat met het verstrijken van de tijd niet afneemt, maar juist toeneemt. Wanneer er onrecht aangedaan wordt, wordt er tegelijkertijd een knellende band geschapen tussen slachtoffer en dader. De mogelijkheid om deze te verbreken ligt nu niet bij de dader, maar bij het slachtoffer. Vergeving kan voor beiden de weg naar de toekomst vrij maken. Het leed dat een ander, in dit geval een andere generatie, is aangedaan heeft voor ons een andere kwaliteit: het is voor ons niet mogelijk om door middel van vergeving een nieuwe werkelijkheid te scheppen.

Laurens van der Post, Japans krijgsgevangene in de Tweede Wereldoorlog schrijft hierover:

Ik zag zo vaak dat lijden moeilijk, ja misschien zelfs onmogelijk te vergeven is wanneer het onwerkelijk voorgesteld is. Er is geen macht op aarde als die van de verbeelding en de ergste, koppigste grieven zijn de verbeelde grieven. Er zijn mensen en naties die – met een bijbedoeling- een gevoel van lijden en grieven creëren zodat ze bepaalde aspecten van het leven niet hoeven te ervaren. Aspecten die niet passen bij hun zelfrespect, trots of gemak. Ik zag dit bijvoorbeeld bij officieren die oorlogsmisdaden behandelden maar niet zelf door de Japanners waren geïnterneerd, of zelfs tegen hen hadden gevochten. Zij waren meer vervuld van wraak en bitterheid over onze behandeling en ons lijden in gevangenschap dan wijzelf waren. Dit ingebeelde leed stelt mensen in staat om de gepaste last te weigeren die het leven legt op elk van ons. Wie werkelijk heeft geleden door toedoen van anderen vindt het niet moeilijk om te vergeven, noch om mensen te begrijpen die hen deden lijden. En hoe kan er ooit een nieuw begin komen zonder vergeving?

Een politiek wapen

Nu zal het niet ieder slachtoffer even gemakkelijk vallen om te vergeven zoals Laurens Post dat kon. Maar dat doet aan de strekking van zijn betoog niets af. De confrontatie met leed bij mensen die niet in de positie zijn om te vergeven heeft een heel andere uitwerking dan het aangedane kwaad op het slachtoffer heeft. In deze vorm is het onoplosbaar, kan het niet uitgewist worden en gaat het een eigen leven leiden, een eigen werkelijkheid creëeren en nieuwe feiten scheppen. Het confronteren met het leed krijgt zo de werking van een politiek wapen, in dit geval met name ingezet vanuit de VS. 

Het mechanisme geldt voor zowel Duitsland als voor de actuele discussie omtrent slavernij, al wordt deze laatste discussie tot nu nog minder met overweldigende beelden ondersteund. Bij het hameren op het aangedane leed lijkt het behalen van politieke doelen in het heden meer prioriteit te hebben dan waarheidsvinding en het scheppen en begrijpen van een historische context. Het zet aan tot politieke daden in het heden, is een instrument waarmee beïnvloed kan worden en heeft geen boodschap aan werkelijke fundamentele vragen die naar aanleiding van deze zwarte bladzijden gesteld moeten worden. 

Dit artikel bouwt voort op een nawoord uit het boek ‘Sigwart bericht uit het hiernamaals’.

Floris de Raad is sociaal-geograaf en directeur van de Vegetariërsbond