Het is eigenlijk vreemd dat het nog altijd zoveel over de tv gaat in Nederland. Wat daar te zien is, wat daar verschrikkelijk aan is, wat ‘ze nu weer hebben gezegd’. Je gooit zo eigenlijk voortdurend benzine in een niet meer rijdende of comfortabele auto om er vervolgens met z’n allen omheen te gaan staan kijken hoe hij rookt en ronkt. Omdat er toevallig een minister-president in zit die vanaf de achterbank vertelt hoe hij ons land van de kaart gaat vegen, omdat Brussel dat wil. ‘Maar dat kan hij toch niet echt menen’, denken de mensen dan, en daar gaat het vervolgens in de volgende programma’s over.
Over hoe ‘het toch zaak is dat er werk wordt gemaakt van het verder komen met wat moet’. En iedereen knikt braaf mee.
Vorige week overleed schrijver en cabaretier Wim de Bie, die daar ook een mening over had. “Als ik tv kijk, verbaas ik me er vaak over dat sommige presentatoren nauwelijks nog hun mond opendoen, dat ze hun lippen en tanden nauwelijks van elkaar krijgen. Het is een raar verschijnsel, je ziet het ook bij twintigers die met elkaar praten. Dat gaat heel snel en onduidelijk, ze maken halve zinnen die op ‘en zo’ eindigen. Het is alsof ze denken: ‘Kijk maar wat je ermee doet’.”
Een kleine rondgang langs het oude materiaal dat op Youtube van hem te vinden is, bracht mij met een noodgang terug naar oude tijden, terwijl ik nog helemaal niet zo oud ben, maar ik was in de wereld van Van Kooten en de Bie zogezegd het kind. Het waren mijn grootouders en ouders die in die wereld leefden, toen er nog weinig verkeer was, er vanaf de bank flink gemopperd werd, maar altijd met het genoegen van mensen die het best goed hadden. De straten waarin De Bie zijn typetjes speelde, ademen in de beelden een sfeer van verdichte eenvoud, die van het Nederland van toen, waarin een vrouw onverstoord met haar hondje ergens verderop door het beeld loopt en er een eendje door de vijver glijdt. Dat alles terwijl De Bie (als leraar Duits) over de obsceniteit van de lente oreert, over “die ziekelijk zelfingenomen, giftig gele narcissen!”
Het is belangrijk om vooral nu niet naar de tv te kijken, hoe ze daar Wim de Bie gaan vieren en eren, terwijl programmamakers en artiesten zich tooien met zijn talent, omdat ze ook een keer met hem gepraat of gewerkt hebben. Want de mensen op de tv hebben helemaal niet meer de woorden tot hun beschikking om hierover te spreken. Ze hebben alle humor uitgeroeid, zijn tot op het bot bitter of rancuneus, spreken met meel in de mond, spelen smerige spelletjes achter de schermen, vertellen leugens en onwaarheden, jagen de mensen angst aan en maken al jaren geen programma’s meer waardoor mensen weer een beetje kunnen ademhalen, laat staan lachen. De Bie was een tijdloos, onvervangbaar figuur,die woonde in de aard van het Nederlandse beestje, die van buitenaf naar binnen keek. Dat is een zeldzaamheid geworden.
Nu hebben we komieken op de tv die gekke stemmetjes hebben, maar dan van zichzelf, zoals Micha Wertheim, die nu de oudejaarsconference mag gaan doen. Zonder het te zien, heb je het al gezien. Ondertussen wordt tv-persoonlijkheid Jandino Asporaat gecanceld, omdat hij twijfels zet bij het corona-narratief en 9/11. Er mag ons geen spiegel voorgehouden worden, want de waanzin moet doorgaan, de kern waarin we samen leefden, het domweg gelukkige Nederland moet kapot. Wat onze kern bij elkaar hield, dat moeten we helemaal opnieuw gaan leren. En niet op de oude fiets van De Bie, met nostalgie of weemoed. Maar door echt die mond weer open te doen, de lippen en de tanden van elkaar te trekken, en niet meer uit te stralen “kijk maar wat je ermee doet”. Dat we weer die typetjes worden die hij nadeed: ongeslepen en onszelf. Dat zou wat zijn. Zodat niet alleen de obsceniteit van jaargetijden, maar álles aan het volle licht komt.

Ik ben jurist/journalist en schrijf vrijpostig en grondig over de grote thema’s van deze tijd. Met belangstelling of plezier gelezen? Doe een donatie voor het vrije woord. Dank!