Het volgen van het maatschappelijk debat in Nederland zou net als het roken van sigaretten een waarschuwingsetiket moeten krijgen. ‘Het lezen van dit opinieartikel kan uw gezondheid ernstige schade toebrengen.’ ‘Kinderen van opinielezers gaan later vaak ook opinies lezen.’
De waarschuwing heb ik een tijd terug al geïnternaliseerd en ik blijf graag rustig rondom die momenten van spontane opwinding en agitatie. In die momenten blijkt dat ik toch weer verbaasd kan raken en verpletterd zelfs door de leegheid van De Mening, met name van vrouwelijke columnisten die gedreven door vileine vastberadenheid, passieve-agressiviteit en sentimentaliteit het hoogste woord voeren over complexe onderwerpen. “Het is gewoon zo” dat erge dingen door mijn bril heel erg zijn en wie dingen niet erg vindt is extreem-rechts. Dat idee.
Welnu, in mijn column is het gewoon zo dat het gebrek aan actuele kennis, aan begrip voor andermans standpunten en aan voortschrijdend inzicht over de gebeurtenissen in de wereld heel groot is, en dat zouden meer mensen, nou ja, erg moeten vinden.
Als ik het zo formuleer kunnen de mensen over wie ik het ga hebben misschien ook meelezen. Pacing and leading heet dat ook wel in de schrijfkunst.
De lezer meekrijgen, in plaats van meetrekken in het moeras van onnavolgbare gedachtenspinsels en achterlatend met een gevoel van verslagenheid. Zo was er de tranentrekkende column in NRC van historica Franka Hummels over het conflict in Oekraïne, waarin ze stelt dat “de waarheid niet in het midden ligt” en “nepnuance” gevaarlijk is. Iedereen die het conflict van twee kanten bekijkt is fout, aldus Hummels. Zoals elke historicus weet win je de oorlog met heel hard willen dat de goede kant wint, en als je niet wint wilde je het niet hard genoeg.
Zo infantiel opereert ook schrijfster Roxane van Iperen, die twee jaar geleden vanuit haar Gooise villa de jacht opende op corona-kritische vrouwen die “het zelf nog niet doorhebben” dat ze “fascisme aan het normaliseren” zijn. Ze schreef er zelfs een boekje over, Eigen Welzijn Eerst, dat ter observatie op een bureau van een psychiater zou moeten belanden. Ik heb het bulderend van het lachen gelezen, tussen tranen van ongeloof door.
Het ‘debat’ over dat boekje vond overigens plaats in ‘debatcentrum’ De Balie, waar Van Iperen alleen op een toneel zat en prevelde dat ze “eigenlijk helemaal niets snapt van de wereld”. Tot groot vermaak van de zaal die te dociel en bedremmeld bleek om zich opgelicht te voelen. Er was geen corona-kritische vrouw te bekennen bij dat debat, maar als iets ‘erg’ is moet je het misschien niet erger maken, of zoiets.
Ook voorheen veelbelovende stemmen, zoals die van Kitty Herweijer van de Telegraaf en nu dus Lale Gül in het Parool zijn ingekapseld door de politiek correcte gewoontedieren in de mainstreammedia. Die alles plat slaan wat juist opengebroken moet worden, en alles tot een oefening in conformiteit maken. Het maatschappelijk debat, voor zover je daarover nog kunt spreken, zit in een apotheose van tribalisme en schoolpleingedrag, waarbij de zondebokken de woestijn in gejaagd moeten worden. En waar je zo als vrouw (tegen wil en dank) wordt ingelijfd bij de haat-harem van Sander Schimmelpenninck.
Lale Gül trok van leer tegen zo’n zondebok: Laurens Buijs, wetenschapper aan de UvA. Gül kennen we van haar boek Ik ga leven, waarmee ze indruk maakte binnen het hele politieke spectrum. Ze had haar hoofddoek afgegooid, werd bedreigd door haar eigen familie, maar koos voor de vrijheid. Die vrijheid misgunt ze nu Buijs, die weg wil uit de religieuze dwangbuis van woke-ideologie. Je moet niet debatteren met mensen als Buijs, vindt ze, “als je dat debat kunt beslechten met twee minuten googelen”.
In twee minuten googelen kon ik vinden dat de hoofddoek een teken van emancipatie is. Dat het islamofobie is om dat anders te zien. Wie iets verder zoekt ontdekt dat het niet de woke-activisten waren die haar een podium gaven. Op Google staat straks ook deze column, met de conclusie dat Gül in de valkuil is getrapt van mainstream comfort. Genoeg beslecht?
Het debat als één groot zwart gat, ik heb het er vaak mee gehad. Kalmte zal ons redden, zolang het geen apathie wordt. Maar man, wat kan ik me hierover soms opwinden.
Deze column verscheen ook in de papieren versie van De Andere Krant d.d. 4 februari jl.

Ik ben jurist/journalist en schrijf vrijpostig en grondig over de grote thema’s van deze tijd. Met belangstelling of plezier gelezen? Doe een donatie voor het vrije woord. Dank!