De toespraak van D66-minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) bij de Nationale Iftar, ter ‘viering’ van het begin van de ramadan, op 16 mei jl. is het zoveelste bewijs: de elite haat het volk.
Ze beschermt ons niet tegen verwarde mannen en radicalisering, negeert uitkomsten van referenda, demoniseert ‘populisten’ – die een grote aanhang onder de met dedain besprenkelde deplorable ‘Nederlander’ heeft. Ze kleineert en kaapt met gelukspropaganda van staatsmedia en onwetenschappelijke bureaus als het CPB en CBS het collectieve gemoed, zo dat men elke vorm van werkelijke (menings)vrijheid en democratie leert wantrouwen als verboden vruchten, als ‘niet verbindend’ en ‘niet solidair’.
De elite is boos want broos dus straft en tergt ze met bedenksels als ‘de Nationale Iftar’ ongehoorzame, schuldige burgers die er de reden van moéten zijn dat de samenleving ‘verzwakt’. Wie dat niet op zijn geweten wil hebben moet zich volproppen bij een Iftar en zich maar voegen naar de eisen van een elite die er alleen is om in stand te blijven. Precies dat toont de ‘geef maar op’- toespraak van Koolmees aan, in onmiskenbare overheidsfolder-taal, vermoedelijk voor de emotionele afstand, om niet de finger on the trigger van Het Verraad te voelen.
‘Geef het op.’ Het is de zoveelste middelvinger naar het volk, dat hier in twee zinnen alweer niet genoemd wordt als dat ‘verontrustende aantal Nederlanders’ dat zich ‘niet meer thuis voelt’. Dat leert ons ‘de uitgestoken hand’ die in deze van de islamitische gemeenschap moet komen. ‘Kijk eens hoe coulant het Contactorgaan Moslims en Overheid wél is?’
De hand wordt alleen op hun terrein uitgestoken uiteraard. Geen hand, maar handigheid.
Diep in de islamitische onderbuik draagt de elite niet moslims, maar andere Nederlanders op een brug te bouwen. Niet vanuit scholen, het parlement, of de publieke ruimte, nee, gelieve te bouwen bovenop de puinhoop van een ondemocratische, antisemitische, vrouwonvriendelijke, rechtsstaat verachtende ideologie, die niets, maar dan ook niets wil hebben van andermans gewoontes. Vandaar de nieuwe, ‘praktische’ aanpak: onderwerping.
Nee, al ‘eeuwen en eeuwen’ is ‘een beproefde methode’ dat je mensen die laf en bang zijn kunt uitbuiten door verbinding en compromissen te veinzen. Koolmees & co. laten zich uitbuiten door de politieke islam die als een Trojaans paard – al lang voorbij de poort – niet meer bijkomt van het hinniken.
Haatpreken worden helemaal niet aangepakt, dat konden we zien aan de opgehaalde schouders van Justitie-minister Grapperhaus na de evident strafbare uitlatingen van Fawaz Jneid tegenover burgermeester Aboutaleb. Zelfs de kleinste kans op hervorming binnen de islam wordt daarmee actief door de overheidselite tegengehouden, want waneer Fatwa’s onbestraft blijven zullen ‘afvalligen’ hun mond houden. En hoe durft Koolmees de gefingeerde ‘moslimhaat’ daarmee op een lijn te stellen? Moslims mogen in Nederland wat ze niet in hun land van herkomst mogen en zich vrijelijk bewegen zonder angst. Als ze hier zo vreselijk gehaat worden, waarom wonen ze hier eigenlijk nog? Waarom zijn er de afgelopen jaren miljoenen moslims naar Europa gekomen?
Minister Koolmees komt meer slachtoffermantra’s op grote schalen brengen naar de Nationale Iftar, zoals ‘onaanvaardbare achterstanden’. Wat is in hemelsnaam ‘onaanvaardbaar’? De hele idee van achterstand vermoedelijk, dat door diezelfde elite feitelijk wordt gepromoot door uitkeringsonafhankelijkheid, het bejubelen dan wel accepteren van de hoofddoek, schooluitval, Marokkaanse straatcultuur en sociale segregatie. Deze minister zet zich dus alles behalve in voor structurele verbeteringen. Structurele verbeteringen zijn helemaal niet de bedoeling, want dat zou betekenen dat de samenleving het zelf gaat redden, dat individuen niet meer afhankelijk zijn van de staat en, godbetert, zelf gaan nadenken!
Ook de ‘beoordeling op je afkomst’ (bij sollicitaties) is door de obsessie en agenda van de overheid hiermee juist opgelaaid. Het gaat er alleen nog maar over. Elk interview met een moslima, elke ‘discussie’. “Ik heb een hoofddoek – ik heb een hoofddoek – beoordeel mij niet op mijn hoofddoek.” Zo jammerlijk en saai. Hebben deze vrouwen nog iets anders te vertellen, minister Koolmees? Of mogen ze daar niet aan toekomen?
In een moment van voldaanheid, misschien was het al het eten, of het goede gevoel dat hij overhield na zijn toespraak wist Koolmees het weer. ‘Dolblij zijn we met Pegida idioten die een barbecue organiseren met varkensvlees zodat we dit voorbeeld naast de ‘verbinders’ kunnen zetten, zodat er maar twee keuzes overblijven voor het domme volk – opdat wij kunnen redden wat wij hielpen veroorzaken. Help ons verder verdelen, de kloof verdiepen, het slechte voorbeeld geven, uit elkaar groeien en vernietigen wat we hadden, want Heer, wij weten niet wat we doen.’ Maar dat kon hij niet zeggen. In het huis van Allah.