Na campagnes ook media ‘op zwart’: publiceren van politieke achtergrondverhalen ‘bagatelliseren van leed’

19 maart 2019

‘Een ‘medicijn tegen de waan van de dag’ zijn, maar wel de waan van de dag met “veel wikken en wegen” compleet consumeren’

Je kan er op wachten. Rob Wijnberg en Rosan Smits van De Correspondent over waarom ze vandaag ‘even pas op de plaats maken na Utrecht’:

Een gebeurtenis als deze plaatst ons, zelfverklaard medicijn tegen de waan van de dag, voor een terugkerend dilemma: hoe te reageren? De gewone verhalen brengen zoals we die gepland hadden – in dit geval: over de Provinciale Statenverkiezingen – voelt ongepast. Alsof we de gebeurtenissen negeren of de tragiek ervan bagatelliseren.”

Een ‘medicijn tegen de waan van de dag’ zijn, maar wel de waan van de dag met “veel wikken en wegen” compleet consumeren, erin zwelgen alsof zo’n keuzeafweging om het werk neer te leggen uit piëteit een morele marteling was. En voor wat eigenlijk? Niet vanwege de aanslag zelf, zeggen ze. Ze leggen enigszins beschaamd uit dat er inderdaad “nog weinig feiten bekend zijn”. Maar daar gaat het niet om, vinden ze, het gaat om de gevoelde “grote gevolgen”. En hun verplichting dat niet te ‘negeren’.

Over die grote gevolgen is van alles te zeggen maar volgens veel twitteraars uit Utrecht is er op deze ochtend toch vooral sprake van doorgaan met de waan die elke dag is. Iedereen gaat gewoon naar zijn werk, de winkels worden bevoorraad, artsen opereren patiënten, leraren staan voor de klas, vuilnismannen halen vuil op, moeders en vaders zorgen voor hun kindjes, schepen varen uit, vliegtuigen stijgen op, fietsbanden worden geplakt en de koeien gemolken. Zijn deze activiteiten dan ‘negeren’?

Journalisten van de Correspondent, weten we allemaal, zijn hele bijzondere mensen die niet mogen negeren, ze moeten steeds bij zichzelf te rade gaan, of ze hun verhalen over de Provinciale Statenverkiezingen, die MORGEN zijn, VANDAAG moeten publiceren bijvoorbeeld omdat er drie mensen dood zijn. Omdat er grote gevoelens zijn. Gevoelens die anno 2019 blijkbaar bepalen en dwingen in plaats van verwijzen. Naar wat er leeft, aan angsten en zorgen bij mensen. Kun je over schrijven, mag best.

De generatie snowflake die is ondergebracht in de glossy journalistiek van online bladen als de Correspondent heeft omarmd dat (gepaste) gevoelens leidend zijn in de bestudering en beoordeling van de werkelijkheid. Hun artikelen gaan altijd over hoe ze bij zichzelf hebben ge-soulsearched in de benadering van hun onderwerp – het steekt behoorlijk nauw. Een regel daarbij is dat ‘heftige’, onbepaalde gevoelens prevaleren boven andere, meer uitgesproken gevoelens. Boosheid bijvoorbeeld is niet constructief, daar houden ze niet van bij de Correspondent. Tot slot geldt dat goedgekeurde gevoelens elders gepaard gaan met verplichtingen hier. Die verplichtingen bestaan dan ook weer uit bepaalde gevoelens.

Publiceren na een aanslag ervaren als het ‘bagatelliseren’ en ‘negeren’ van andermans leed, is nog veel simpelere uitgedrukt vooral een zelfoverschatting waar narcisme bij verbleekt. Niet in staat om actief aandacht te geven aan gebeurtenissen, wordt volstaan met passieve aandacht, de variant die een instant gevoel van welbehagen moet opwekken. De enige die niet genegeerd willen worden, zijn Wijnberg en Smits zelf. Dit was ook het motief bij de meeste politici sinds gisteren.

Gevoelens zijn de currency van progressief-ideologische journalistiek en politiek, een golf die wordt gepakt om een menselijke gezicht te tonen, verbondenheid aan samenleving en wereld. Maar de golf spoelt aan en alles blijft bij het oude.

Correspondent-kompanen wanen zich letterlijk in de waan van de dag, precies het omgekeerde van wat ze zelf beweren. Zou ik ook doen. Het is namelijk om je kapot te schamen, dat je berichtgeving over de stand van de democratie wilt neerleggen voor een dagje deugen.