De moderne held

Laura Slot

24 januari 2024

Vorige week kwam er een biografie over Theo van Gogh (1957-2004) uit, maar zelfs na zeven jaar werk vertelde de schrijver in een AT5 interview dat hij niet altijd begreep waarom Theo deed wat hij deed. Het is echter de enige taak van een biograaf om te begrijpen alvorens te schrijven. Zijn verwarring is een kenmerk van een bredere maatschappelijke onzekerheid over wat rechtschapenheid is en wat iemand tot een held maakt.

De Canadese zanger en schrijver Leonard Cohen (1934-2016) zou het wel begrepen hebben, want hij schreef in 1966 in zijn roman ‘Beautiful Losers’ uitgebreid over ‘de balancerende monsters van de liefde’, een omschrijving van wat helden zijn:

‘Een held lost de chaos niet op, als hij dat zou doen was de wereld lang geleden al veranderd. Ik denk zelfs niet dat een held de chaos in zichzelf oplost, omdat er iets arrogants en strijdlustigs is aan het idee dat iemand orde kan scheppen in het universum. (…) Ver verwijderd van vliegende engelen, volgt hij getrouw als de naald van een seismograaf de status van de harde, met bloed besmeurde aarde. Zijn huis is gevaarlijk en eindig, maar hij is thuis in de wereld. Hij kan de vorm van de mens liefhebben, de fijne en verwrongen vormen van het hart. Het is goed om hen onder ons te hebben, zulke balancerende monsters van de liefde.’

Helden zijn dus niet te verwarren met diegenen die alle chaos willen laten verdwijnen, soms ook wel rebellen genoemd. Schrijver William Pfaff (1928-2015) omschreef verschillende individuen die tijdens de vorige eeuw volgens hem een rebelse arrogantie vertoonden, soms met vergaande gevolgen. Zijn boek ‘The Bullet’s Song, Romantic Violence and Utopia’ (2005) laat zien dat mensen gingen verlangen naar heldendom na het verlies van een oude ‘riddelijke code’ met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De rebellie die ontstond uit wanhoop kon alleen leiden tot meer chaos. Vandaag de dag, in een tijd waarin de gevestigde orde haar ziel vaak verkoopt en nieuwkomers zich niet zelden ontpoppen als opportunisten en zwendelaars, is het extra raadzaam om een dichtgetimmerde definitie bij de hand te hebben van een held.

Eén persoon die een prachtige definitie van heldhaftigheid had kunnen geven is de directeur van het Verzetsmuseum in Amsterdam, maar helaas beweert zij dat helden niet bestaan. Een jaar geleden verving het museum het woord ‘verzetshelden’ voor ‘verzetsmensen’. Een historicus die hier bezwaar tegen maakte op de radio, uit welke rolodex de redactie hem ook heeft mogen halen, kwam met een opmerkelijk onheldhaftig argument, namelijk, ‘een held is niet hetzelfde als een heilige’. Waarop de verwarring in Nederland zo mogelijk nog groter werd.

Taal behoort gelukkig niet toe aan museumdirecteuren maar aan de mensen. Schrijver Walter Lippmann (1889-1974) schreef in 1937, enkele dagen nadat schrijfster en luchtvaartpionier Amelia Earhart verdween boven de Stille Oceaan, ‘De wereld is een betere plek om te leven omdat er mensen bestaan die bereid zijn comfort en zekerheid op te geven, en die hun eigen leven wagen om datgene te doen wat zijzelf waardevol achten.’

Alle rebellen zijn geen balanceerders maar alle balanceerders zijn, in zekere zin, rebellen. Theo van Gogh, twintig jaar geleden vermoord, was een balanceerder. Pim Fortuyn, 22 jaar geleden vermoord, was een balanceerder. Hun afwezigheid veroorzaakt een gigantische onbalans.

In de natuurwetenschappen wordt balans en evenwicht ‘homeostase’ genoemd: een middelpunt van harmonie en gezondheid, waar heldhaftigheid geen vraag is maar een gegeven. De mens is het enige levende wezen dat natuurlijk evenwicht omverwerpt, maar de mens is even goed in staat om het te herstellen, wanneer zij helden zijn, of in de woorden van Leonard Cohen, ‘balancerende monsters van de liefde’.

Door Laura Slot, Verschenen in het Engels op Old Revolutions

Meest recente berichten