‘First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win,’ zei Gandhi.
Die eerste twee hobbels heeft FvD-voorman Thierry Baudet zo’n beetje sinds gisteren genomen, maar ik vraag me af of de oude, gevestigde politiek het vechten in de vingers heeft. Het maakt niet uit, denk ik, het is niet eens on the table. Ze zullen nooit werkelijk de degens kruisen, niet dáár, waar het zou moeten, want het politieke veld ruimen is voor de elite ondenkbaar.
Weet ook Baudet.”Het gaat nergens naartoe,” zei hij in de Tweede Kamer tijdens de algemene politieke beschouwingen. Hij was kort daarvoor uitgelachen omdat hij het “beneden zijn waardigheid” vond om (actief) aanwezig te zijn, om deel te nemen aan “het wedstrijdje vliegen afvangen”. “Die Baudet hè..” zei Rutte in een nog open microfoon na afloop tegen de minister van Volksgezondheid.
Ook na zijn afgelopen tv-optredens, onder andere bij RTL Late Night waar hij Jesse Klaver tegenover zit had, blijkt dat Baudet liever dan het spel meespelen inderdaad “de andere partijen wil gaan vervangen,” zoals hij vrijdag zei. Hij wil aan zijn beweging bouwen en werken aan de verkiezingen in maart, “zodat het Nederlandse belang weer kan prevaleren.” Met ‘beneden zijn waardigheid’ kondigt hij geheel in eigen stijl, die provocerend is en niets van zijn minachting bedekt, aan dat hij geen deel wil uitmaken van de politieke roversbende die in regering, EU en schijn-oppositie diametraal tegenover het (al dan niet ingeslapen) volk staat. En zo sterk drukte ik het nog nooit eerder uit. Of je het nou eens bent met Baudet, zijn stijl of zijn ideeën – of niet, als ‘populist’ kom je er niet tussen omdat populisten niet in het script geschreven mogen worden van Rutte en EU.
De populist rest de aanval of de voetveeg-rol, de huisclown – zoals Wilders die al ruim tien jaar speelt. Baudet heeft daar geen zin in.
En hoe zou je het hem kwalijk kunnen nemen? Geholpen door media en ‘wetenschappers’ wordt in Den Haag over koopkracht gelogen, over klimaat en problemen met radicale islam en integratie – en iedereen die de agenda van al deze globalisten doorkruist met feiten en nuance – of een andere ideologie voor mijn part, is hun blik onwaardig. Sterker nog, álles wat ze tegenkomen op hun glibberige ladder naar boven is beneden hun waardigheid, mens én democratie zelf, vandaar ook de hyena-achtige lach. Zoiets zouden zij NOOIT zeggen! Alleen maar denken.
De boodschap van Baudet is: ik ben geen onderdeel van deze vertoning. Is dat overtuigend tegenover zijn achterban? Werkt de hoon van de kamer in zijn voordeel? Misschien wel als je je realiseert hoe weinig tijd er is om de gevestigde politiek, via het restje democratie wat er nog is, te vervangen. Baudet wil niet wachten totdat het comateuze deel van de bevolking wakker wordt, mensen die uit gewoonte maar D66 blijven stemmen, of VVD (‘voor de ondernemer’) zonder enig zicht op genezing van hun fictie-fetisj. Hun ‘gaat toch lekker?!’
Terwijl ik bij alle beelden uit de Tweede Kamer tegenwoordig het liefst gelijk in bed kruip met een boek, keek ik toch nog maar wat meer beelden terug van gisteren. Man without a soul Jesse Klaver die kijkt naar Rutte terwijl hij Baudet de regels van het script uitleg vond ik schitterend. Klaver: “als je hier bent kun je ook gewoon de minister-president over het spreekgestoelte trekken.” Rutte zag dat dat een goede opmerking was en knikte hem toe, zijn twee zwarte knopen van ogen netjes opgevouwen in zijn grimas.
Het zijn mensen, maar toch ook niet, regering en Tweede Kamer zijn net een uncanny valley, een griezelvallei waarin ‘bijna-mensen’ iets doen wat geen zuurstof nodig heeft, lijkt het. En dan de steeds verder onderuitgezakte luiheid van Pechtold, wiens hoofd een bouwlamp van onderdrukte schaamte uitstraalt, maar we doen allemaal alsof dat niet zo is!
Iedereen in de oppositie trapt in, of beter: veinst de discussie over de hogere straffen voor criminelen in probleemwijken – wat duidelijk een bliksemafleider was – slecht bedacht en uitgevoerd ook nog. Het dividendbelasting gereutel is een kwestie van mensen er letterlijk mee doodvermoeien, zoals Rutte onlangs zelf toegaf (‘over een jaar zijn ze het vergeten’).
“Hahahaha.” Dat is wat ze doen. Dat, en op hun telefoontjes kijken (als er een gedicht wordt voorgedragen, zie foto hierboven).
Hoe lang kunnen we nog volhouden dat dit een democratie is, waarin de ergste kritiek die je als minister-president kunt krijgen een ‘gebrek aan een uitgestoken hand’ is. Het is beneden de waardigheid (je pikt wel eens wat op) van élk normaal mens om daar bij te zijn, en petje af voor de goede politici in de oppositie die er nog wat van maken.
Maar wat werd er zichtbaar deze week, en waar wordt het meest over geschreven? Baudet. Hij heeft haast en geen zin om op stoom te komen in de politiek. Om zich in deze club te vermengen met het virale handjeklap en het onthechte denken over de problemen van een land.
Terwijl ik die woorden schrijf: ‘problemen van het land’, voelt het net alsof ik die tik op een oude typemachine, het idee ‘problemen’ zijn compleet los komen te staan van de politiek, het is een conversation killer geworden, ‘negatief gedoe’. Alles wat goed gaat in Nederland komt door individuen, ondernemers, mensen aan de zijlijn, spaarpotjes van vroeger, goeie wil en de neiging niet te klagen als het minder gaat. Politieke parasieten koken de kikker-bevolking langzaam in hun eigen sop gaar als het moet.
Het is in Duitsland net zo, hoewel daar in het parlement nog wel eens de degens worden gekruist, met de AfD als enige echte oppositiepartij. Merkel staat er om bekend dat slaperig aan te horen en met standaard mantra’s over ‘we moeten dit’ en we ‘moeten dat’ te antwoorden. Na drie jaar ‘wir schaffen das’ begrijpt Duitslands bekendste polemist, Henryk Broder, het in zijn laatste column nog altijd niet. “Waarom moeten we al die vluchtelingen binnenhalen en waarom is de politieke crisis geen werkelijke issue?
Omdat een schijndemocratie geen handen en voeten heeft, maar hoorntjes op het hoofd.
Ik laat het hier bij, en hoop voorlopig even niets meer terug te kijken.