Vorige week was Greta Thunberg in Nederland. Zij is er een voorstander van “het onderdrukkende en racistische, kapitalistische systeem van het westen omver te werpen”. Dat systeem is er de schuld van dat we een klimaat breakdown hebben, vindt zij. Maar niet alleen dat. “Klimaatrechtvaardigheid” lukt alleen als we “internationaal solidair” zijn met de Palestijnse kwestie. Haar optreden in Amsterdam werd even verstoord door een man uit het publiek, die vond dat het niet over politieke aangelegenheden moest gaan. “Ik ben hier voor het klimaat.” Een opvallend moment, waarop er iets werd onttoverd.
Je zou zo’n man op de thee moeten vragen, om een goed gesprek met hem te voeren. Gewoon omdat het mogelijk lijkt. Het verschil tussen mij en een klimaatactivist, iemand die slecht slaapt omdat het een paar weken niet regent (en dan ineens wekenlang wel), tegen fossiele brandstoffen is met alle gevolgen van dien, en met feiten niet meer te overtuigen valt, is namelijk nog enigszins te overbruggen met iets anders, onze menselijkheid en het idee dat we door iets bevangen kunnen raken. ‘Gekke’ mensen zijn geen andere diersoort, ze voelen schuld en schaamte net als ieder ander. Ze hebben het vaak over hun verantwoordelijkheidsgevoel en hoewel die gevoelens vooral door propaganda en een onvervulde behoefte aan zingeving worden aangezwengeld, is het niet zelden goed bedoeld. Vervelend voor de rest, maar toch.
Wat Greta doet, en waar zij een symptoom van is, is mensen via de emotie, via de hysterie en de waanzin in een staat van onderwerping brengen. Het gehate Westen is geen ramp voor het klimaat, maar een levend laboratorium van psychopaten die ons een verlies van zelf aanpraten. En het doet er hier niet toe of je voor of tegen Palestina bent of voor of tegen het klimaat, het doet er bij dergelijke bijeenkomsten alleen maar toe of je bereid bent uit naam van de goede zaak je ziel aan de pathocratie te verkopen, elke logica en moraliteit te vervangen met paralogica en paramoralisme. Kortom, met schijnconstructies.
De pathocratie (een psychopathische overheid) is het onderwerp van deze tijd wat mij betreft, omdat kennis ervan ons kan redden. Het beste boek wat ik hierover las, Political ponerology, van Andrew Lobaczewski, kwam met veel tegenslag tot stand. Het eerste manuscript werd in het communistische Polen in een haardvuur gegooid, minuten voordat de geheime politie een inval deed. Een kopie werd later persoonlijk bezorgd bij het Vaticaan, waarna het op mysterieuze wijze verdween. Een derde poging om het werk samen te brengen en uit te geven werd gedaan in de jaren ’80 in New York, waarna de publicatie werd verboden. Het mag een wonder heten dat het boek nu, veertig jaar later, alsnog de aandacht krijgt die het verdient, in een tijd waarin we opnieuw (of nog steeds, zou de auteur zeggen) met georganiseerd kwaad te maken hebben.
Political ponerology steeg door de bijzondere ontstaansgeschiedenis in mijn achting, zoals dat gaat. Het gaat over het “macro-sociale” kwaad, dat voortkomt uit individuele psychopathie, dat zich “als minderheidsblok organiseert”. Het is niet zozeer de ideologie van Greta en Timmermans, het opportunisme van mensen als Mark Rutte en Hugo de Jonge wat ons gevangen houdt. “What distinguishes these people from the rest of us is an utterly empty hole in the psyche”. Aldus Lobaczewski. En wij zijn de opvulling.
Totalitarisme, psychopathie en de geschiedenis van het kwaad zijn als wetenschappelijke onderwerpen gelukkig niet langer taboe, maar er is één aspect wat nog vaak ontbreekt: de rol van dat individu. Massavorming is een probleem, ideologie ook, maar het destructieve karakter van kapotte mensen met maskers is nog te onbekend.
Het boek van Lobaczweski gaat over ons huidige politieke systeem, waarin we te maken hebben met een zichzelf in stand houdende “essentiële psychopathie”. En normale mensen moeten op de rem gaan trappen. Het boek is dan ook een survival gids, een handleiding. Hoe blijf je die man die het podium opgaat bij Greta en even zelf nadenkt, hoe werk je aan je mentale conditie, hoe herken je ‘ze’? En hoe voorkomen we dat we in de eindfase van de pathocratie belanden: de totalitaire staat. Of beter, hoe komen we er weer uit? Want het moet.
Dit is een column uit de recente editie van De Andere Krant.