Ondraaglijk rechtschapen

Hebt u het goede nieuws al gehoord? Mensen hoeven zich niet meer aan de wet te houden, want mensen staan boven de wet. Mensen hebben universele rechten, noden en behoeften en de wet mag daar niet tussen komen. Klinkt mooi nietwaar? Maar dit gaat helaas niet over u, gewone mens. Het gaat over de bijzondere mens die illegaal is, die inzet is geworden van een politiek gevecht om zetels, macht en de goedgelovigheid van de toch al gezagsgetrouwe burger die vooral maar één recht mag overhouden: het recht om de ander in zijn behoeften te mogen voorzien, om die een kom soep te mogen brengen. Dat is toch niet meer dan normaal!

Dit valse sentiment, dit goedkope trucje, voorspel ik, zal een heet hangijzer worden in de aanloop naar de volgende verkiezingen. Althans, als het aan Henri Bontenbal ligt, Frans Timmermans en al hun backbenchers, aan de asielindustrie met hun moral outcry en alle andere vijanden van Geert Wilders en Forum voor Democratie. Over links regeren, is de kiezer negeren. Of beter nog, bespelen. Met morele chantage.
Afgelopen week vond Bontenbal, waarschijnlijk als een kind zo blij, een stok om de asielmaatregelen mee te slaan: de strafbaarstelling van hulpverlening aan illegalen. Die strafbaarstelling, waar het CDA voor wil gaan liggen, is een grondwettelijk goed verdedigbaar plan van de PVV, dat ook nog eens strookt met het idee van de rechtsstaat, omdat grenzen, legaal burgerschap en soevereiniteit daarin niet weg te denken zijn. Maar wat heb je aan een rechtsstaat als je ook ‘fatsoen’ kunt hebben, zal Bontenbal hebben gedacht. Daarmee kom ik wel aan de macht. Dat vreten de mensen wel. Ik ga erop en erover.

Het recht, en dus niet de plicht perse, om na ‘een rechts kabinet’ weer fatsoenlijk te zijn, om voor moreel vol te worden aangezien, is daarmee weer helemaal terug van nooit weggeweest. Het is al jaar en dag het linkse lijflied maar niets ‘menselijks’ is ook het politieke midden vreemd. Want niets geeft meer blijk van morele verhevenheid als de illegale asielzoeker tot Nobele Naaste uit te roepen, de mens via wie wij de universele mensheid moeten voorstellen. ‘Geen mens is illegaal’. Ga daar maar eens overheen, bezorgde burger. Schaakmat.

Zo ondragelijk rechtschapen is Bontenbal. En daarmee ook zijn kiezers, een versuft stemvolk dat de barmhartige Samaritaan in zichzelf moeiteloos tevoorschijn tovert als het om vreemdelingen gaat, maar nog geen praatje durft aan te knopen met een wappie. Dat wil Bontenbal graag zo houden. Een wappie mag je ook gewoon buitensluiten, dom noemen en dood wensen, zoals hij in coronatijd op twitter deed. Want Henri “kent zijn doel,” schreef Gerrit Komrij in 2002 al in zijn geweldige gedicht over de ondragelijk rechtschapen “zittende politicus”. Die de vermoorde onschuld uithangt en danst op het graf van zijn politieke tegenstanders. Zijn doel is regeren over de rug van Nederlanders. En “in de nacht maakt hij graag onbespied een pirouette, glimmend van pret”. Ik ziet het Bontenbal zo doen.

Maar erger is misschien nog wel dat het werkt, het beeld oproepen van de illegaal in hongersnood op de stoep. Strenger asielbeleid? Ja graag zegt de meerderheid in het land, maar als we geen kom soep mogen uitdelen aan onze naasten dan niet. Niet zo. Zo doen we dat niet in Nederland. Liever wat minder islam? Ja graag, maar we gaan niet de islam stommer vinden dan het christendom. Dat is niet eerlijk! Ook Coenradie trekt er stemmen mee, en JA21 stijgt in de peilingen. We zijn weer jaren teruggevallen in de tijd, dat is wel duidelijk.

“De vale klerkensmoel” van Komrij, dat is Bontenbal voor mij. De ramp is niet te overzien als hij, samen met Timmermans, aan de macht komt. Want de gevolgen van meer links beleid, open grenzen en het uitsluiten van miljoenen mensen die in fatsoen niet kunnen wonen, zullen hem niet deren. Hij zal elke nacht slapen “zoals twintig ossen kunnen slapen,” wist ook Komrij, ondragelijk rechtschapen. “En nooit zal hij het echte monster kunnen zien.” Behalve wij misschien.

Deze column verscheen ook in De Andere Krant.