“Laten we ervoor oppassen te denken dat de wereld een levend wezen is. In welke richting zou ze zich moeten uitbreiden? Het hele speelwerk herhaalt eeuwig zijn deuntje, dat nooit een melodie mag worden genoemd, het streeft er volstrekt niet naar de mens na te bootsen!”
Dit schreef Friedrich Nietzsche in De Vrolijke Wetenschap (1887), een boek gevuld met het typische, noodzakelijke optimisme van iemand die net iets te vaak in wanhoop verkeerde en het daarom maar op een vrolijk lachen zette. Hij schreef het na een periode van ontbering en onmacht, die hij wist om te zetten in uitingen van dankbaarheid en blijdschap over een terugkerende kracht, een opnieuw wakker geworden geloof in de dag van morgen.
In moderne bewoordingen zou je kunnen zeggen dat Nietzsche weer het geluk in zichzelf vond, dat hij ‘in zijn eigen kracht ging staan’, voor zolang het duurde.
Je realiseren dat de toestand in de wereld geen levend organisme is dat zich wil ‘uitbreiden’ of een melodie kan spelen die het geheel wat begrijpelijker en draaglijker maakt, is de hoogste vorm van acceptatie van je eigen lot en verantwoordelijkheid. Het idee erkent ook dat zowel het goede als het kwade in die toestand zich vooral uitbreidt via onszelf. Ik denk dat Nietzsche ook begreep dat je je problemen een stuk kleiner maakt als je je verwachtingen bijstelt, en misschien was het hem daar wel om te doen. Nietzsche relativeerde daarvoor ook het begrip waarheid (“deze waanzin in de liefde ervoor”). We hebben monterheid nodig, schreef hij.
Een meer geanimeerde kijk op waarheid misschien. Niet zo serieus of gericht op het gelijk hebben. Ik zie om mij heen nu voortdurend mensen zich vasthouden aan dat laatste, in de hoop dat er zo’n melodie uitrolt, dat die wereld zich weer in de juiste richting beweegt, richting de orde, rede en vrede. Weg van de gekte, oorlog, waanzin en leugens. Maar de valse, duistere, ongeordende symfonie zwelt alleen maar aan, zo lijkt het. Een dirigent lijkt nergens te bekennen.
Ik geloof dat het steeds weer opnieuw ontdekken en vaststellen dat het universum zich weinig van ons aantrekt van alle tijden is. Het hangt samen met de vraag naar de zin van het leven, van de bedoeling van dit alles, en ons gevoel van nietigheid. Maar in de verse hel die de moderne tijd heet, verliezen we momenteel wel heel veel grip op die wereld. Hij is onverschillig aan de ene kant, en daarmee ben ik het met Nietzsche eens, maar dat iets zich aan het uitbreiden is, buiten onze invloed om, is ook waar. Het krijgt bijna een eigen gezicht, via de AI bijvoorbeeld en de voelbare ondoordringbaarheid van de heersende elite die buiten zinnen is, die zich door niets of niemand in de weg wil laten staan en voor wie het vanzelfsprekend is geworden dat zij de muziek bepalen.
Ik noemde het buiten onszelf om uitbreiden van iets beklemmends een aantal jaar geleden ‘het Ding’, en dat Ding tart werkelijk alle wetten van de logica, van de menselijke natuur en basale regels van wat onder en boven is. De wereld lijkt wel degelijk een levend wezen, een monster wellicht, dat het op ons gemunt heeft, dat ons voortdurend uitdaagt en teistert en wel zo, dat vooral ons vermogen iets terug te doen wordt aangetast. Maar misschien komen we dan evengoed uit bij dezelfde conclusie: nu ook wij in Nietzsches afgrond kijken, moeten we opnieuw wakker worden met een geloof in de dag van morgen en accepteren dat gelijk hebben daarin niet bepalend of zaligmakend is. Wat we níet mogen accepteren is dat een select groepje mensen bovenin dat gelijk wel claimt en de waarheid geweld aan doet.
Als we bijvoorbeeld kijken naar de corona-onthullingen in Duitsland, over de wetenschappelijke corruptie bij het RKI, het Duitse RIVM, een schandaal wat normaal gesproken de val van het verantwoordelijke, politieke establishment zou betekenen, dan zien we dat er geen echte consequenties zijn. Onacceptabel. Monterheid is goed, en eigen verantwoordelijkheid ook, maar dat moet dan wel voor iedereen gelden. Ik denk dat Nietzsche dat met ons eens zou zijn, en er abrupt weer wanhopig van zou worden.
Deze column verscheen in De Andere Krant van 13-04-2024